Translation of "Merken" in Dutch

Niemand wird es merken.

- Niemand zal het merken.
- Niemand zal het opmerken.

Ich werde mir das merken.

Ik zal het onthouden.

- Es fällt ihm schwer, sich Namen zu merken.
- Ihm fällt es schwer, sich Namen zu merken.

- Hij heeft het moeilijk om namen te onthouden.
- Hij heeft moeite om namen te onthouden.

Er kann sich nicht gut Namen merken.

Hij is niet goed in het onthouden van namen.

Ich kann mir mein Passwort nicht merken.

Ik kan me mijn wachtwoord niet herinneren.

Es fällt ihm schwer, sich Namen zu merken.

Hij heeft het moeilijk om namen te onthouden.

- Sie werden es wissen.
- Sie werden es merken.
- Sie werden das mitkriegen.

Ze zullen het weten.

Ein gutes Passwort sollte schwer zu erraten sein, aber einfach zu merken.

Een goed wachtwoord moet moeilijk te raden zijn maar gemakkelijk te onthouden.

Maria betrachtete das Laubdach lange und versuchte sich jedes kleinste Detail zu merken.

Maria keek geruime tijd naar het bladerdek en trachtte elk kleinste detail te onthouden.

Das ist hochrangige Intelligenz einer wirbellosen Kreatur. Seine Fähigkeit, Details zu lernen und sich zu merken.

Dit is ongewervelde intelligentie van hoog niveau. Haar vermogen om details te leren en te onthouden.

Die Experten baten zehn Teilnehmer, sich eine Reihe von fünf Ziffern zu merken, die nacheinander in der Mitte eines Bildschirms erschienen.

De experts vroegen aan tien deelnemers een rij van vijf cijfers te onhouden die het ene na het andere in het midden van een scherm verschenen.