Examples of using "Wachte" in a sentence and their dutch translations:
Ze werd wakker.
Ik werd wakker.
Tom werd wakker.
Ik ben vroeg opgestaan.
Tom is vroeg opgestaan.
Meneer Jordan werd plots wakker.
Tom werd wakker met migraine.
Ik werd wakker en zag een inbreker in mijn kamer.
Gisteren is de wekker niet afgelopen en Kurt is niet wakker geworden.
Ik ben rond zes uur wakker geworden.
Ik werd wakker en stelde vast dat alles maar een droom geweest was.
Ze werd midden in de nacht wakker en hoorde een vreemd geluid uit de keuken komen.
Gisteren is de wekker niet afgelopen en Kurt is niet wakker geworden.