Examples of using "Wär’s" in a sentence and their dutch translations:
Ik wou dat ik het mis had.
Ik wou dat ik er was.
Het zou leuk zijn als we tijd hadden.
Het zou mooi zijn als ik rijk was.
- Ik zou graag een auto hebben.
- Het zou leuk zijn als ik een auto had.
Wat denk je van morgen?
Hadden we maar tijd.
Ik had graag groter willen zijn.
Ik wenste dat ik Engels kon spreken.
Had ik maar een auto.
Ik zou willen miljonair zijn.
- Ik wenste dat ik rijk was.
- Ik zou rijk willen zijn.
- Was ik maar rijk.
Ik wou dat ik haar gezien had.