Translation of "Trugen" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Trugen" in a sentence and their dutch translations:

- Die Bankräuber trugen alle Masken.
- Alle Bankräuber trugen Masken.

De overvallers droegen allen een masker.

Die Römer trugen Togas.

De Romeinen droegen toga's.

Die Wikinger trugen eigentlich gar keine Helme mit Hörnern.

Vikingen droegen niet echt helmen met hoorns.

Bluchers Überraschungsangriff trugen , sich aber tapfer wehrten und zum Sieg beitrugen.

van Bluchers verrassingsaanval, maar dapper terugvechten en hielpen bij het behalen van de overwinning.

Wohlstand und nachlassende Gesundheit trugen dazu bei, Augereaus Verhalten zu mildern.

rijkdom en afnemende gezondheid dienden om Augereau's gedrag te verzachten.

Neys Mut an diesem Tag war beeindruckend, aber seine Entscheidungen trugen zur Niederlage

Ney's moed die dag was ontzagwekkend, maar zijn beslissingen hielpen de Franse