Examples of using "Schlafe" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van slapen.
Slaap zacht, Sean.
- Ik slaap.
- Ik ben aan het slapen.
Ik slaap nooit.
Ik slaap naakt.
Ik slaap niet genoeg.
Ik slaap in de auto.
Ik slaap staand.
Ik slaap niet zo veel.
- Ik slaap in mijn kamer.
- Ik slaap in mijn slaapkamer.
Goede nacht en slaap lekker!
Dus ik slaap nooit in een vliegtuig.
Het zit zo: ik ben gek op slapen.
Slaap zacht, Sean.
...dat je slaapt in die heerlijke geur van dennen.
En ik slaap altijd het liefste lepeltje, lepeltje.
Slaap niet met het licht aan.
In de winter slaap ik onder twee dekens.
Om tien uur 's avonds slaap ik al.
In de zomer slaap ik altijd met het venster open.
Als het je niet uitmaakt met wie ik naar bed ga,
Als ik 's nachts te weinig slaap, heb ik niet genoeg energie voor mijn werk.
"Je doet alleen maar alsof je slaapt, of niet, Tom?" "Nee hoor. Ik slaap." "Mensen die slapen antwoorden toch niet?"