Examples of using "Rose" in a sentence and their dutch translations:
Ik zie de roos.
- Deze roos is prachtig.
- Deze roos is mooi.
De roos is roze.
Deze roos is mooi.
Ik zie de roos.
- Er is een gele roos.
- Daar is een gele roos.
Dit is een gele roos.
Die roos is heel mooi.
De roos is van Theodore.
Deze roos heeft een witte bloem.
Er is geen roos zonder doornen.
De roos is de nationale bloem van dit land.
Er bloeit een late roos in onze tuin.
De roos spreekt alle talen van de wereld.
Er is geen roos zonder doornen.
Een roos is een bloem, en een duif is een vogel.
Een roos is een bloem, en een duif is een vogel.
Rozenblaadjes zijn heel zacht.