Translation of "Mittwoch" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Mittwoch" in a sentence and their dutch translations:

Mittwoch? Donnerstag? Freitag?

Woensdag? Donderdag? Vrijdag?

Heute ist Mittwoch.

- Vandaag is het woensdag.
- Het is vandaag woensdag.
- Het is woensdag.

Bis Mittwoch dann.

Ik zie je woensdag.

- Sie ist seit letztem Mittwoch krank.
- Sie ist seit letzten Mittwoch krank.

Sinds afgelopen woensdag is ze ziek.

Der nächste Mittwoch passt gut.

Komende woensdag is oké.

„Welcher Wochentag ist heute?“ – „Mittwoch.“

"Welke dag is het vandaag?" "Het is woensdag."

Heute ist Mittwoch. Ich lese gerade.

Vandaag is het woensdag. Ik lees.

Ich werde dich nächsten Mittwoch sehen.

Ik zie je woensdag.

Wir gehen jeden Mittwoch in den Park.

We gaan elke woensdag naar het park.

- Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag, Samstag, Sonntag sind die sieben Tage einer Woche.
- Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag, Samstag und Sonntag sind die sieben Wochentage.
- Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag, Samstag und Sonntag sind die sieben Tage der Woche.

Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de zeven dagen van de week.

- Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag, Samstag und Sonntag sind die sieben Wochentage.
- Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag, Samstag und Sonntag sind die sieben Tage der Woche.

Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de zeven dagen van de week.

Eine Woche besteht aus sieben Tagen: Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Samstag und Sonntag.

Een week is verdeeld in zeven dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.

Eine Woche hat sieben Tage: Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag, Samstag und Sonntag.

Een week heeft zeven dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.

Sie können am Montag oder Dienstag kommen, aber nicht am Mittwoch oder Donnerstag.

- Ze kunnen maandag of dinsdag komen, maar niet woensdag of donderdag.
- Ze kunnen komen op een maandag of een dinsdag, maar niet op een woensdag of een donderdag.
- Ze kunnen 's maandags of dinsdags komen, maar niet 's woensdags of donderdags.

Dem Angeklagten, Tom Schneider, wird vorgeworfen, in der Nacht von Mittwoch, dem 13., auf Donnerstag, den 14. Februar 2013, Frau Maria Schmidt in ihrer Wohnung in der Berliner Allee 13 b ermordet zu haben.

De verdachte, Tom Schneider, wordt ervan beschuldigd Maria Schmidt in de nacht van woensdag 13 op donderdag 14 februari 2013 te hebben vermoord in haar appartement aan de Berliner Allee 13 b.