Examples of using "Leidet" in a sentence and their dutch translations:
Tom lijdt.
- Tom heeft OCD.
- Tom heeft een dwangstoornis.
Mijn arme hart lijdt.
Hij lijdt aan nierfalen.
Mijn wiskundeprofessor lijdt aan slapeloosheid.
Maria is verslaafd aan heroïne.
Mijn vrouw lijdt aan een longontsteking.
Het arme kind lijdt aan hooikoorts.
Ze lijdt aan een besmettelijke ziekte.
Ze lijdt aan een chronische ziekte.
De kwaliteit heeft vaak onder de massaproductie te lijden.
Griekenland lijdt onder een economische en maatschappelijke crisis.
- Heeft iemand in uw naaste familie diabetes?
- Heeft iemand in je naaste familie diabetes?
Ongeveer een miljard mensen lijdt aan honger en ellende.
Tom lijdt aan nachtmerries.