Examples of using "Freier" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.
- Hij is een freelance journalist.
- Hij is een onafhankelijk journalist.
Morgen is mijn vrije dag.
- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.
Zaterdag is zijn vrije dag.
Hoewel wilde slanke otters overdag actief zijn...
Er zijn nog slechts 14.000 exemplaren in het wild.
En in samenlevingen die opener en vrijer zouden zijn dan China,
Hoe minder ik nodig heb om vrij te zijn, des te vrijer ik ben.
Een democraat is een vrije burger die de wil van de meerderheid aanvaardt.
Ik ben geen vogel, en geen net verstrikt me; ik ben een vrij mens met een onafhankelijke wil.
De picknick werd afgelast wegens de regen.