Translation of "Freier" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Freier" in a sentence and their dutch translations:

- Ich bin ein freier Mann.
- Ich bin ein freier Mensch.

- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.

Er ist freier Journalist.

- Hij is een freelance journalist.
- Hij is een onafhankelijk journalist.

Morgen ist mein freier Tag.

Morgen is mijn vrije dag.

Ich bin ein freier Mann.

- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.

Samstag ist sein freier Tag.

Zaterdag is zijn vrije dag.

In freier Wildbahn sind Indische Fischotter tagaktiv.

Hoewel wilde slanke otters overdag actief zijn...

Es leben nur noch 14.000 in freier Wildbahn.

Er zijn nog slechts 14.000 exemplaren in het wild.

In Gesellschaften, die als offener und freier gelten als China,

En in samenlevingen die opener en vrijer zouden zijn dan China,

Je weniger ich benötige, um frei zu sein, desto freier bin ich.

Hoe minder ik nodig heb om vrij te zijn, des te vrijer ik ben.

Ein Demokrat ist ein freier Bürger, der sich dem Willen der Mehrheit beugt.

Een democraat is een vrije burger die de wil van de meerderheid aanvaardt.

Ich bin kein Vogel, und kein Netz verstrickt mich; ich bin ein freier Mensch mit einem unabhängigen Willen.

Ik ben geen vogel, en geen net verstrikt me; ik ben een vrij mens met een onafhankelijke wil.

- Das Picknick wurde wegen des Regens abgesagt.
- Wegen dem Regen wurde das Picknick abgesagt.
- Des Regens wegen wurde der Imbiss in freier Natur abgeblasen.

De picknick werd afgelast wegens de regen.