Examples of using "Benommen" in a sentence and their dutch translations:
Heb je je vandaag goed gedragen?
Heb je je vandaag goed gedragen?
Heb je je vandaag goed gedragen?
Hij heeft wijs gehandeld.
Hij heeft zich slecht gedragen.
Hij gedroeg zich als een kind.
Hij heeft zich slecht gedragen.
Hij gedroeg zich als een kind.