Translation of "Beleidigt" in Dutch

Ich bin beleidigt.

Ik ben beledigd.

Tom ist beleidigt.

Tom is beledigd.

Seien Sie nicht beleidigt!

Neem het niet verkeerd op!

Er hat mich grundlos beleidigt.

Hij heeft mij zonder reden beledigd.

Beim Allerkleinsten ist er schon beleidigt.

Bij het minste of geringste is hij al beledigd.

- Sie beleidigte ihn.
- Sie hat ihn beleidigt.

Ze beledigde hem.

- Tom beleidigte Mary.
- Tom hat Mary beleidigt.

- Tom beledigde Maria.
- Tom heeft Maria beledigd.

- Er hat mich grundlos beleidigt.
- Er beleidigte mich grundlos.

Hij heeft mij zonder reden beledigd.

Als Tom die andere Frau dann auch noch küsste, verließ Maria beleidigt das Lokal.

Toen Tom die andere vrouw dan ook nog kuste, verliet Maria beledigd het restaurant.