Examples of using "Akzent" in a sentence and their dutch translations:
Spreekt hij met een accent?
Hij spreekt Engels met een Duits accent.
Zijn uitspraak geeft aan dat hij een buitenlander is.
Hij spreekt zonder accent.
Hij spreekt Engels met een Duits accent.
Hij vermaakte zich over mijn accent.
Ik heb het Britse accent heel erg gemist.
Hij spreekt Esperanto met een licht Frans accent.
Aan het accent te horen, zijn dat Russen.
Het woordaccent ligt op de tweede lettergreep.
Aan zijn accent kan men merken dat hij Duitser is.
Aan zijn accent kon ik horen dat hij een Amerikaan was.
Hoewel Tom met een accent sprak, had hij een indrukwekkende woordenschat.