Examples of using "Vaches" in a sentence and their dutch translations:
De koeien zijn aan het grazen.
Koeien geven melk.
Hij heeft tien koeien.
Tom heeft drie koeien.
De koeien staan rustig te grazen.
Sami molk koeien.
- Koeien grazen in de wei.
- Er zijn koeien aan het grazen in de wei.
Koeien grazen in de wei.
- De koeien eten gras.
- De koeien zijn gras aan het eten.
Koeien eten gras.
Koeien geven melk.
Koeien hebben uiers.
Koeien hebben hoorns.
Koeien geven melk.
Ik zal de koeien gaan melken.
Ik moet de koeien gaan melken.
Koeien voorzien ons van melk.
Koeien grazen in de wei.
Koeien voorzien ons van melk.
Koeien voorzien ons van goede melk.
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Je kunt de koeien door de wei zien slenteren.
- U kunt de koeien door de wei zien slenteren.
- Jullie kunnen de koeien door de wei zien slenteren.
Schoenmaker, blijf bij uw leest.
De koeien eten gras.
Koeien zijn voor hindoes heilige dieren.
De koeien bij mij achter eten alleen maar tulpen.
De koeien in Indië zijn heilig voor veel mensen.
Koeien geven ons melk.
Er zijn koeien aan het grazen in de wei.
Je moet altijd een appeltje voor de dorst sparen.
"Koeien geven ons melk, en kippen geven ons eieren." "Eigenlijk geven noch koeien noch kippen ons iets. We nemen het zonder hun toestemming."
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar woont u?
- Schoenmaker, blijf bij uw leest.
- Schoenmaker, houd u bij uw leest.
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar wonen jullie?
- Waar woont u?