Examples of using "Souviens" in a sentence and their dutch translations:
Herinner je!
- Vergeet niet.
- Denk eraan.
- Onthou dat.
- Vergeet dat niet.
Dat herinner ik me!
Herinner je!
Ik herinner me dat.
Herinner je!
Onthoud!
Ik herinner me alles.
O, ja, dat herinner ik me.
Ik kan het me niet herinneren.
- Ik herinner me alles.
- Ik onthoud alles.
Gedenk te sterven.
- Herinner je je dat?
- Weet je dat nog?
Herinner je je mij nog?
- Weet ik niet meer.
- Dat kan ik me niet herinneren.
Herinner je je dit nog?
Onthoud dit!
Ik herinner me dat ik haar ergens gezien heb.
Onthoud alles.
Gedenk dat gij stof zijt.
Herinner je je mij nog?
Herinner je je dit nog?
Ik weet nog dat ik de film gezien heb.
Ik herinner het me nu.
Ik kan me de eerste keer nog herinneren.
Ik herinner me dat ik haar ergens gezien heb.
Ik kan me niets anders herinneren.
Ik kan me niet herinneren dat gedaan te hebben.
Ik herinner het mij alsof het gisteren was.
Herinner je je de dag nog dat wij elkaar hebben leren kennen?
Ik kan m'n schooltijd nog goed herinneren.
Waarschijnlijk herinner je je mij niet meer, maar ik herinner me je wel.
Ik herinner me dat toen ik ging studeren,
Nu weet ik het weer.
Ik herinner me de eerste keer nog.
Ik herinner me je naam niet.
- Vergeet het niet.
- Onthou het.
Ik herinner me nog meer over Tom.
Herinner je je mijn naam niet?
Ik herinner mij hem ergens gezien te hebben.
Ik kan mij zijn naam niet herinneren.
Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.
Ik kan m'n schooltijd nog goed herinneren.
Ik herinner me de kerstfeesten toen ik klein was.
Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.
Herinner je je de geboortedag van je vader?
Weet je die dag nog, dat we dat ongeluk gezien hebben?
Ik kan me niets herinneren van gisteravond.
Ik kan me het zelfs niet meer herinneren, waarover we vochten.
- Ik herinner me dat.
- Ik weet het nog.
Ik weet niet meer wat ik aan het zoeken was.
Herinner je je mij nog?
- Ik weet niet meer precies wat Tom zei.
- Ik herinner me niet precies meer wat Tom heeft gezegd.
- Herinner je je de dag nog dat we elkaar voor het eerst ontmoet hebben?
- Herinner je je de dag nog dat wij elkaar hebben leren kennen?
Weet je nog wanneer je me gevraagd hebt met je te trouwen?
Nu denk eraan dat ge niet moogt roken in haar auto.
Ik herinner mij de naam van die man heel goed.
Ik herinner mij niet waar en wanneer ik u ontmoet heb.
- Ik hoef maar een keer langs een pad te gaan om me daaraan te herinneren.
- Als ik een keer langs een weg ga, onthou ik het.
Gedenk dat gij stof zijt.
Ik krijg heimwee als ik aan m'n familie denk.
- Herinner je je mij nog?
- Ken je me nog?
Ik kon het dier zien grommen, ik hoor die grom nu nog.