Examples of using "Faim " in a sentence and their dutch translations:
Honger?
Hebben jullie geen honger?
Waarom heb ik honger?
- Heeft u honger?
- Heb je honger?
- Wanneer gaan we eten? Ik heb honger!
- Wanneer eten we? Ik heb honger.
Heb je geen trek?
Heb je honger?
- Honger?
- Hebt ge honger?
- Heeft u honger?
- Heb je geen trek?
- Heb je geen honger?
- Hebben jullie geen honger?