Translation of "N'as" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "N'as" in a sentence and their dutch translations:

- Tu n'as pas faim ?
- N'as-tu pas faim ?

Heb je geen honger?

- N'as-tu aucun appétit ?
- N'as-tu pas d'appétit ?

Heb je geen trek?

- Tu n'as pas de fièvre.
- Tu n'as pas de température.

Je hebt geen koorts.

Tu n'as pas faim.

- Je hebt geen honger.
- Jij hebt geen honger.

Tu n'as rien vu.

Je hebt niets gezien.

Tu n'as rien oublié ?

Heb je niks vergeten?

N'as-tu pas d'appétit ?

Heb je geen trek?

- N'avez-vous pas faim ?
- Tu n'as pas faim ?
- N'as-tu pas faim ?

- Heb je geen trek?
- Heb je geen honger?
- Hebben jullie geen honger?

- N'as-tu rien à faire ?
- N'as-tu pas quelque chose à faire ?

Heb je niks te doen?

N'as-tu rien à faire ?

Heb je niks te doen?

Tu n'as pas de fièvre.

Je hebt geen koorts.

Tu n'as pas à m'appeler.

Je hoeft me niet op te bellen.

Tu n'as pas de cœur.

- Je hebt geen hart.
- Jij hebt geen hart.

Tu n'as qu'à contrôler ça.

Controleer het gewoon.

Tu n'as pas de chance.

Je hebt pech.

Tu n'as pas suffisamment d'expérience.

Je hebt niet genoeg ervaring.

Tu n'as pas peur Tom ?

Ben je niet bang, Tom?

Tu n'as pas changé d'avis.

Je bent niet van mening veranderd.

Tu n'as pas le droit.

Je hebt het recht niet.

- Tu n'as pas besoin de t'y rendre.
- Tu n'as pas besoin d'y aller.

Je hoeft daar niet heen te gaan.

- Tu n'as pas de chance.
- Tu n'as pas de bol.
- Tu n'as pas de pot.
- Tu as la malchance.
- Tu as la poisse.

Je hebt pech.

Tu n'as aucun sens de l'orientation.

Je hebt geen oriëntatievermogen.

Tu n'as pas du tout changé.

- Je bent helemaal niet veranderd.
- U bent helemaal niet veranderd.
- Jullie zijn helemaal niet veranderd.

N'as-tu pas mieux à faire ?

Heb je niets beters te doen?

Tu n'as qu'à prendre une décision.

Je moet gewoon beslissen.

Tu n'as qu'à fermer les yeux.

- Ge moet alleen uw ogen sluiten.
- Je moet alleen je ogen dichtdoen.

Tu n'as pas besoin d'étudier aujourd'hui.

Je hoeft vandaag niet te studeren.

Tu n'as pas à travailler aujourd'hui.

Vandaag moet ge niet werken.

N'as-tu pas entendu un hurlement ?

- Heb je geen schreeuw gehoord?
- Hebt ge geen schreeuw gehoord?

Tu n'as pas reçu mes lettres ?

Heb je mijn brieven niet gekregen?

Tu n'as pas besoin d'y aller.

- Je hoeft daar niet heen te gaan.
- Het is niet nodig dat je daar heengaat.

Pourquoi n'as-tu pas tout colorié ?

Waarom heb je niet alles ingekleurd?

Pourquoi n'as-tu pas suivi mon conseil ?

- Waarom volgde je mijn advies niet?
- Waarom volgde u mijn advies niet?
- Waarom volgden jullie mijn advies niet?

Tu n'as jamais vu un véritable diamant.

- Gij hebt nooit een echte diamant gezien.
- Je hebt nooit een echte diamant gezien.
- U heeft nooit een echte diamant gezien.

N'as-tu pas entendu appeler ton nom ?

Hoorde je niet dat je naam genoemd werd?

Tu n'as pas nécessairement besoin d'y aller.

Ge moet niet noodzakelijk naar daar gaan.

N'as-tu pas le permis de conduire ?

Heb je geen rijbewijs?

Tu n'as pas honte de parler ainsi ?

- Zijt ge niet beschaamd, zo te spreken?
- Zijt ge niet beschaamd zo te spreken?

Tu n'as pas encore dévoré la tarte.

Uw taart is nog niet op.

- T'as pas tort.
- Tu n'as pas tort.

Ge hebt geen ongelijk.

Tu n'as qu'à appuyer sur le bouton.

Je hoeft alleen maar de knop in te drukken.

Tu n'as pas à avoir aussi peur.

Je hoeft niet zo bang te zijn.

Tu n'as rien de mieux à faire ?

Heb je niet iets beters te doen?

- Tu n'as pas besoin de te lever si tôt.
- Tu n'as pas à te lever aussi tôt.

Je hoeft niet zo vroeg op te staan.

Pourquoi n'as-tu pas téléphoné avant de venir ?

Waarom heb je niet gebeld vooraleer te komen?

Tu n'as pas besoin de parler si fort.

Het is niet nodig zo luid te spreken.

Tu n'as qu'à t'en prendre à la responsable !

Je hoeft maar achter de aanvoerster aan te gaan!

- Tu n'as aucune preuve.
- Vous n'avez aucune preuve.

- Je hebt geen enkel bewijs.
- Je hebt geen bewijs.

- N'avez-vous pas froid ?
- N'as-tu pas froid ?

Heb je het niet koud?

- N'avez-vous pas soif ?
- N'as-tu pas soif ?

- Hebben jullie geen dorst?
- Heb je geen dorst?
- Heeft u geen dorst?

- N'avez-vous pas faim ?
- N'as-tu pas d'appétit ?

Heb je geen trek?

Tu n'as pas besoin d'aller chez le dentiste.

- U hoeft niet naar de tandarts te gaan.
- Je hoeft niet naar de tandarts te gaan.

- Tu n'as aucune chance.
- Vous n'avez aucune chance.

- Je hebt geen enkele kans.
- Je hebt geen schijn van kans.

Tu n'as pas besoin de flatter ton patron.

Je hoeft je baas niet te vleien.

J'espère que tu n'as pas peur du noir.

Ik hoop dat je niet bang bent in het donker.

Tu n'as pas de rondeurs. Tu es grosse.

Je hebt geen rondingen. Je bent dik.

Tu n'as pas besoin de le faire maintenant.

- Je moet het niet meteen doen.
- Je hoeft het nu niet te doen.
- Je hoeft het niet meteen te doen.

J'ignore pourquoi tu n'as pas dit la vérité.

Ik weet niet waarom je de waarheid niet verteld hebt.

Tu n'as pas besoin de répondre à cette lettre.

Het is niet nodig deze brief te beantwoorden.

Tu n'as pas besoin de préparer une allocution formelle.

Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.

Tu n'as pas besoin de te lever si tôt.

Je hoeft niet zo vroeg op te staan.

Tu n'as jamais le temps pour les choses importantes !

Jij hebt nooit tijd voor de belangrijke dingen!

- Tu n'as pas compris.
- Tu ne l'as pas compris.

Je hebt het niet begrepen.

Tu n'as pas d'alibi pour le jour du meurtre.

Je hebt geen alibi voor de dag van de moord.

Il disait que tu n'as pas besoin d'y aller.

Hij zei dat je niet hoeft te gaan.

Si tu n'as rien à dire, ne dis rien.

- Als ge niets te zeggen hebt, zeg dan niets.
- Als je niets te zeggen hebt, zeg dan niets.

Tu n'as pas très bonne mine. Tu es malade ?

Je ziet er niet zo goed uit. Ben je ziek?

Tu n'as pas besoin de répondre à cette question.

Je hoeft die vraag niet te beantwoorden.