Examples of using "Otan" in a sentence and their dutch translations:
Ik neem de gele.
Ik neem dit wel.
Ik pak wat water uit mijn fles.
Ik pak mijn potje.
Ik ga er wat buren bij betrekken...
- Ik accepteer geschenken.
- Ik neem geschenken aan.
Gecondoleerd!
Na de lunch ga ik een tukje doen.
- Ik neem de vis met patat.
- Voor mij, fish and chips graag.
- Ik ga vis met friet nemen.
Als ik naar het feestje ga zal ik enkele flessen wijn meebrengen.
Mag ik Tom meenemen?
Ik ga een bad nemen.
Mag ik Tom meenemen?
Mag ik jouw hand vasthouden?
Ik ga liever lopen dan de bus te nemen.