Examples of using "Aikaa" in a sentence and their dutch translations:
Lang niet gezien.
Geef me tijd.
Ik heb tijd nodig om na te denken.
Om tijd te winnen namen we het vliegtuig.
- Alles op zijn tijd.
- Alles op z'n tijd.
Tom verspilt tijd.
We hebben veel tijd verloren.
We verliezen hier tijd.
Ik heb tijd.
- We zijn in het tijdperk van de atoomenergie.
- We bevinden ons in het tijdperk van de kernenergie.
- Ik heb tijd nodig om na te denken.
- Ik heb bedenktijd nodig.
- Alles op zijn tijd.
- Alles heeft zijn tijd.
Ik heb je een poos niet gezien.
Ik heb nu geen tijd.
- Onze tijd is beperkt.
- Onze tijd is gelimiteerd.
Hij is hier een tijdje gebleven.
Er is geen tijd om te rouwen.
Maar je moet veel tijd hebben.
Heb je dinsdag tijd?
We hebben geen tijd.
- Ik denk de hele tijd aan jullie.
- Ik denk de hele tijd aan je.
We hebben veel tijd.
Om tijd te winnen namen we het vliegtuig.
- Kan je lang blijven?
- Kunt u lang blijven?
- Kunnen jullie lang blijven?
- Heeft u tijd?
- Heb je tijd?
Hij is altijd aan het leren.
- Ik weet niet of ik tijd heb.
- Ik weet niet of ik daar tijd voor heb.
Ik weet niet of ik tijd heb.
Maar die omweg heeft ons waardevolle tijd gekost.
Ik krijg het koud, dus laten we geen tijd verspillen.
...maar het duurt even om terug te gaan om water te halen.
Het was 'n heel korte periode...
We hebben nauwelijks genoeg tijd om te ontbijten.
- Ik heb geen tijd voor jou.
- Ik heb geen tijd voor jullie.
- Ik heb geen tijd voor u.
Ik heb geen tijd om te lezen.
Ik heb geen tijd om het uit te leggen.
Dat zal duren.
Fins leren kost tijd.
Ik weet niet of ik tijd heb.
Je hebt niet veel tijd.
Hoeveel tijd heb je?
Een maand is te weinig tijd.
Ik had niet genoeg tijd.
Hoeveel tijd besteden jullie op Facebook?
Tom had geen tijd om op adem te komen.
Hoelang blijf je hier?
Lang niet gezien.
De computer spaart ons tijd en problemen.
Ik wil meer tijd met mijn gezin doorbrengen.
Zo veel om te eten. Zo weinig tijd.
Heb je 's ochtends tijd om de krant te lezen?
Zijn geluk duurde slechts een korte tijd.
Daar heb ik vandaag geen tijd voor.
- Lang geleden was hier een brug.
- Lang geleden was er hier een brug.
Ik heb geen tijd om me druk te maken over zulke kleinigheden.
Ik denk dat dat tijd zal nodig hebben.
Ik wil meer tijd met mijn gezin doorbrengen.
We hebben een lange tijd gewacht, maar ze daagde niet op.
Ik vecht tegen de tijd... ...het getij en helse wortels.
En dan krijg je een prachtig tijdsvenster van tien, vijftien minuten.
Ik ben vandaag vrij.
Het spijt me, maar ik kan niet lang blijven.
- Ik zal je roepen wanneer ik tijd heb.
- Ik bel je op wanneer ik tijd heb.
- Ik telefoneer je wanneer ik tijd heb.
Tom zegt dat ze meer tijd nodig hebben.
Men zegt dat walvissen lang geleden op het droge leefden.
Er is weinig tijd en geen wind om hun sporen te verspreiden.
...dat, als je in een blikje plast en het even laat staan...
We hebben lang gewacht maar ze verscheen niet.
Ik was blij dat we sinds een lange tijd weer eens hebben kunnen praten. Laten we weer eens praten.
Ik wilde niet nog meer tijd doorbrengen met Tom.
Omdat ik voor het eerst sinds lange tijd weer heb gesport, ben ik echt helemaal uitgeput.
Hoe lang moet ik hier blijven?
Tot een nieuwe golf die hervormt. Ik kende Bordaberry al lang.
Laat mij alstublieft even een pauze nemen.
Hij zal niet langer dan vier dagen blijven.
Het gebeurde lang geleden.
Ik wou niet meer tijd besteden aan het discussiëren met Tom.
We hebben nu 30 minuten om hulp in te schakelen... ...en naar het ziekenhuis te komen.
We hebben nu 30 minuten om hulp in te schakelen... ...en naar het ziekenhuis te komen.
Als ze in een speelse bui was, kon je hem niet te lang laten staan.
We hebben nog genoeg tijd, maar laat ons voor de zekerheid een taxi nemen.
We wachtten lang, maar hij kwam niet.