Examples of using "Ugly" in a sentence and their dutch translations:
Tom is lelijk.
Dat is lelijk.
Ik ben lelijk.
Je bent lelijk.
Dat is lelijk.
Ik ben lelijk.
Tom is lelijk.
Ze zijn lelijk.
Dit is lelijk.
Wat een lelijk haar!
Deze stoel is lelijk.
Het meisje is lelijk.
Het is een vervelende situatie.
Wat een lelijke kat!
Het is een lelijke vlag.
Tom heeft geen knappe voorgevel.
Vind je dat ik lelijk ben?
- Jouw Engels klinkt niet lelijk.
- Je Engels klinkt niet lelijk.
Het vliegtuig is zo lelijk.
Er zijn nare consequenties.
Dania was dik en lelijk.
- Ze droeg een lelijk kleed.
- Ze had een lelijk kleed aan.
- Zij droeg een lelijke jurk.
Mijn huis is oud en lelijk.
Een lelijke man klopte bij me aan.
De kelder is smerig, donker en hij stinkt.
Die lelijke man heeft een prachtige vrouw.
Je bent lelijk, maar ik hou toch van je.
naar bewerkelijke vrouwen en krijsende, lelijke zeuren.
Liever mooi en rijk dan lelijk en arm.
Ik ben niet lelijk maar ik ben ook niet knap.
Het is niet de persoon die lelijk is, maar de kleren.
Tom is een beetje oud, maar niet te lelijk.
- Zelfs plastische chirurgie zal u niet minder lelijk maken.
- Zelfs plastische chirurgie gaat je niet minder lelijk maken.
Dit lelijke geel herinnert mij aan de kleur van uw laken.
Tom is rijk, single, een beetje oud, maar niet al te lelijk.
Ik haat mezelf, omdat ik lelijk ben.
Iedere dag vertelden kinderen op school mij dat ik lelijk was en dat niemand met mij bevriend wilde zijn.