Examples of using "Trusted" in a sentence and their dutch translations:
Men kan haar niet vertrouwen.
- Men kan hem niet vertrouwen.
- Je kan hem niet vertrouwen.
Men kan politici niet vertrouwen.
- Ze vertrouwde mij.
- Ze had vertrouwen in mij.
Ze vertrouwden je.
Ik vertrouwde Tom.
We vertrouwden hen.
Niemand vertrouwde mijn land.
Je kan hem niet vertrouwen.
Zij is te vertrouwen.
- Is Australië te vertrouwen?
- Kan Australië vertrouwd worden?
Tom is niet te vertrouwen.
Kan men hem vertrouwen?
Sami vertrouwde zijn moeder.
Jullie hebben me nooit vertrouwd.
Ik had je niet moeten vertrouwen.
Tom is iemand die niet te vertrouwen is.
Het wordt vertrouwd door zijn gebruikers ...
Zij vertrouwde een collega.
Hij heeft haar nooit echt vertrouwd.
Ze had hem niet moeten vertrouwen.
Na overleg met iemand die ik vertrouwde,
Zijn ouders vertrouwen hem.
De vraag is of ze vertrouwbaar is.
Tom werd wegens onbetrouwbaarheid ontslagen.
Hij is te vertrouwen.
Ik heb hem al mijn geld toevertrouwd.
Men kan politici niet vertrouwen.
"Ik heb je te lang vertrouwen geschonken, Effie," schreeuwde hij, weerbarstig.
Tijd om de onderbroek te verwijderen met mijn trouwe mes.
zo'n clou waarbij komieken geacht worden om stekeligheden
Op hem kan je vertrouwen.
Ik vertrouwde mensen vroeger te snel en verwachtte gewoon dat iedereen goed bedoelde.
- Op hem kan gerekend worden.
- Op hem kan je vertrouwen.
- Op hem kan gerekend worden.
- Op hem kan je rekenen.
- Je kan op hem rekenen.