Examples of using "Pool" in a sentence and their dutch translations:
Ik ga naar het zwembad.
Is er iemand in het zwembad?
Ik ben in het zwembad gevallen.
We hebben geen zwembad.
Ik ga naar het zwembad.
- Hij zwemt in het zwembad.
- Hij is in het zwembad aan het zwemmen.
Hij sprong in het zwembad.
We hebben geen zwembad.
Tom is in het zwembad van zijn buur vedronken.
Er is een sauna en een zwembad.
Tom sprong het zwembad in.
Tom was aan het zonnebaden bij het zwembad.
- Tom zonnebaadt bij het zwembad.
- Tom is aan het zonnebaden bij het zwembad.
Makaken brengen uren door in deze thermische bron.
Hee jij daar! Niet rennen bij het zwembad!
Tom is in het zwembad van zijn buurman verdronken.
Enkele jongens zwemmen in het zwembad.
Er waren niet veel mensen in het zwembad.
Tom kocht een huis met zwembad.
lieten ze het openbare zwembad leeglopen,
Dit zwembad is geopend voor het publiek.
Het zwembad is onder de vloer verborgen.
Dit hotel heeft een sportzaal en een zwembad.
Tom is met zijn kinderen in het zwembad aan het zwemmen.
's Zomers ga ik elke dag naar het zwembad.
Hoeveel water is er nodig om jouw zwembad te vullen?
Tom was de enige in de stad die een zwembad met een duikplank had.
Tom stootte tegen Mary aan en duwde haar bijna in het zwembad.
Deze mensen kunnen geen pool spelen, omdat de robots geen armen hebben,
Fabien, kom je zaterdagnamiddag met ons mee naar het zwembad?
Kinderen onder de dertien jaar mogen dit zwembad niet in.
Het zwembad wordt gemeenschappelijk gebruikt door alle kinderen in de buurt.