Examples of using "Kilos" in a sentence and their dutch translations:
Ik weeg rond de 60 kilo.
Hoeveel kilo's mag ik nemen?
Honderddertig kilo aan spieren.
Hij weegt tien kilo meer dan ik.
Ik zou een paar kilo moeten verliezen.
Het gewicht van deze appels bedraagt twee kilo.
Ik ben drie kilo aangekomen.
Op de maan zou ik maar vijftien kilo wegen.
In twee maanden verloor ik ongeveer 10 kilo lichaamsgewicht.
Ze kunnen elk in slechts een paar uur 20 kilo pompoenen wegwerken.
Hij weegt tien kilo meer dan ik.
Ik heb niet veel gegeten, maar ik ben wel vijf kilo aangekomen binnen een half jaar.
Hij weegt tien kilo meer dan ik.