Examples of using "Hunter" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben Tom Hunter.
Wie is de betere jager?
De jager schiet herten en hazen.
De jager schoot een beer neer.
Tom is een hertenjager.
De jager vilde het hert.
Dit is de meest volleerde jager van de bende.
Lembeh is het thuis van de ultieme hinderlaagjager.
De man is de jager en de vrouw is zijn prooi.
Mijn grootvader was een piraat, een schattenjager.
Een agressieve jager die zijn grote ogen op zijn prooi houdt.
Iets hogerop onthult een warmtecamera... ...nog een jager die verscholen zit in het donker.