Examples of using "Giving" in a sentence and their dutch translations:
Ik geef ze morgen aan haar.
Hij hield een rede.
- Ik geef nog steeds niet op.
- Ik ga nog steeds niet opgeven.
Ik geef de hoop niet op.
Ik geef haar een cadeau.
observeerde hem en gaf feedback.
- Ik geef ze morgen aan haar.
- Ik geef ze haar morgen.
Ik geef jullie een laatste kans.
Ik geef mijn oude boeken weg.
Ik geef je een tweede kans.
Ik word geforceerd bevrucht
Ik geef het je voor niets.
- Mijn tand deed ongelofelijk pijn.
- Mijn tand doet ongelofelijk pijn.
- Liefde is geven wat men niet heeft.
- Liefhebben is iets geven dat men niet heeft.
Daarom geef ik het aan jou.
Wat geef je Tom in ruil daarvoor?
Zij geeft haar bloed om haar zus te redden.
Hij geeft zijn bloed om zijn zus te redden.
Zij geeft haar bloed om haar broer te redden.
Hij geeft zijn bloed om zijn broer te redden.
Vinden jullie dat cadeaus geven belangrijk is?
We bieden je een kans om deel te nemen.
- Wat geef je Tom met Kerstmis?
- Wat geeft u Tom met Kerstmis?
- Wat geven jullie Tom met Kerstmis?
We geven op.
We geven veel dingen weg.
- Ik geef liever cadeaus dan dat ik ze ontvang.
- Ik geef liever geschenken dan dat ik ze ontvang.
door hen toegang tot informatie over zichzelf te geven,
Heb je er problemen mee? -Ja, veel.
Hij geeft altijd geschenken aan zijn vrouw.
Aalmoezen geven verarmt niet.
We geven een klein feestje vanavond.
- Ik weet wat ik je voor kerst geef.
- Ik weet wat ik u voor kerst geef.
- Ik weet wat ik jullie voor kerst geef.
Zij geeft haar moeder een boeket bloemen.
Een miskraam hebben betekent te vroeg baren.
Ik ben er zeker van dat Brussel ergen wel een aantal subsidies uitdeelt!
- Ik geef het op.
- Ik stop ermee.
- Ik geef me gewonnen.
We gaan vanavond een afscheidsfeestje voor hem geven.
Hij deed dat door het door te geven aan de volgende generatie,
Wat is het kerstcadeau dat we haar geven?
konden we beiden de gedachte om haar op te geven niet verdragen.
Een groen dieet betekent niet dat je dingen moet opgeven.
Hem raad geven is als tegen de muren spreken.
De eer die u me aandoet is meer dan ik verdien.
Ik leef, zelfs al geef ik geen teken van leven.
Zijn grote ogen slokken het licht op... ...en geven hem opmerkelijke behendigheid.
- Hij hield een rede.
- Hij hield een toespraak.
- Hij hield een redevoering.
Hij zei dat hij die week een feest zou geven, en dat ik was uitgenodigd.
Als een object zich van de aarde af beweegt, is het licht dat het uitstraalt in langere golflengtes te zien. Als een object zich naar de aarde toe beweegt, is het licht dat het uitstraalt in kortere golflengtes te zien.
Ney had zijn talent snel ingezien, hem een baan gegeven als zijn adjudant en hielp
In plaats van elkaar dit jaar kerstcadeaus te geven, hebben we het bedrag dat we aan cadeaus zouden hebben besteed aan een goed doel gedoneerd.