Examples of using "Dresses" in a sentence and their dutch translations:
Maria ontwerpt jurken.
Tom kleedt zich altijd netjes.
Zij kleedt zich altijd in het zwart.
Ze kleedt zich altijd erg bescheiden.
Ze is altijd eenvoudig gekleed.
Hij kleedt zich altijd in het zwart.
Zij kleedt zich altijd in het zwart.
Ze bekeek een aantal jurken en koos de duurste.
Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.