Examples of using "Dialect" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van mijn Italiaanse dialect.
Kabylisch is een Berbertaal.
Ze spraken in zuiderlijk dialect.
Algerije wordt "Dzayer" genoemd in het Algerijnse dialect.
Algerije wordt "Al-Jaza'ir" in het Algerijnse dialect genoemd.
Een taal is een dialect met een leger en een vloot.
Tom spot altijd met John om zijn dialect.
Wat is een taal? Het is een dialect met een leger en een marine.
Een dialect is een specifieke vorm van een taal die in een bepaalde regio gesproken wordt.
Het Zuid-Gelders is een dialect van het Nederlands dat in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen gesproken wordt.