Examples of using "Coughing" in a sentence and their dutch translations:
Tom hoest.
Tom begon te hoesten.
Tom schraapte zijn keel.
Ik ben aan het hoesten.
- Sami hoest.
- Sami is aan het hoesten.
Tom begon te hoesten.
Ik kan niet stoppen met hoesten.
Heb je een hoestbui?
Ik hoestte.
Ik ben aan het hoesten.
Als de lucht uitdroogt, krijg je dorst en hoestbuien.