Translation of "Zoekt" in Spanish

- Wie zoekt, zal vinden.
- Wie zoekt, die zal vinden.
- Wie zoekt, die vindt.

- Quien busca, encuentra.
- El que busca halla.

- Wie zoekt, zal vinden.
- Wie zoekt, die vindt.

- Quien busca, encuentra.
- El que busca, encuentra.

Iedereen zoekt geluk.

Todo el mundo busca la felicidad.

Zoekt u iemand?

¿Estás buscando a alguien?

Hij zoekt werk.

- Él está buscando empleo.
- Él está buscando trabajo.

Armoede zoekt list.

No hay mejor maestra que el hambre.

Zoekt ge iets?

¿Estás buscando alguna cosa?

U zoekt werk.

- Estás buscando trabajo.
- Buscas trabajo.
- Buscas empleo.

- Wie zoekt, zal vinden.
- Wie zoekt, die zal vinden.

Quien busca, encuentra.

Tom zoekt zijn autosleutel.

Tom está buscando las llaves de su coche.

Hij zoekt een baan.

- Él está buscando empleo.
- Busca trabajo.

Wie zoekt, zal vinden.

Quien busca, encuentra.

Zoekt u iets bepaalds?

¿Busca un artículo definido?

En als je financiering zoekt,

Y si uno va en busca de financiación,

Een mens zoekt altijd antwoorden.

Un hombre siempre busca respuestas.

Deze vrouwelijke jachtkrabspin zoekt een partner.

Esta araña dama blanca busca pareja.

Wanhopig zoekt ze een rustige plek.

Está desesperada por encontrar un lugar tranquilo.

Wat voor soort werk zoekt u?

¿Qué clase de empleo busca usted?

Als je werk zoekt, bel me!

¡Si está buscando trabajo llámeme!

Ze zoekt een donker en stil stukje.

Está buscando un área oscura y tranquila.

Hij is precies degene die je zoekt.

Él es precisamente a quién buscas.

Hij zoekt nu al maanden een baan.

Lleva meses buscando un trabajo.

Is dat de sleutel die je zoekt?

¿Es esa la llave que buscas?

Je zoekt naar openbaring, in plaats van bevestiging.

Buscamos revelación, no confirmación.

Als je beschaving zoekt, volg dan de rivier.

Y si uno busca civilización, y encuentra un río, hay que seguirlo.

Met haar ongelooflijke reukvermogen zoekt zij ze op.

Con su increíble sentido del olfato, los busca.

Is een slimme scharrelaar die naar voedsel zoekt,

es inteligente y rápida al salir a buscar comida,

- Hij zoekt werk.
- Hij is werk aan het zoeken.

- Él está buscando empleo.
- Él está buscando trabajo.

- Zoekt ge iets?
- Bent je op zoek naar iets?

- ¿Estás buscando alguna cosa?
- ¿Estás buscando algo?

Tom zoekt een makkelijke manier om af te vallen.

Tom está buscando una manera fácil de perder peso.

Zeg me wat je zoekt en ik zal je helpen.

Dime lo que estás buscando y te ayudaré.

Ze vertelde ons dat ze een intelligente en grappige man zoekt,

Nos contaba que busca un hombre inteligente, divertido,

Als je in het wild naar voedsel zoekt kun je niet kieskeurig zijn.

Si uno se alimenta de la naturaleza, ¡no puede ser exigente!