Translation of "Speelden" in Portuguese

0.003 sec.

Examples of using "Speelden" in a sentence and their portuguese translations:

We speelden honkbal.

Nós jogamos beisebol.

Ze speelden hier altijd tennis.

Eles sempre jogaram tênis aqui.

We speelden op het strand.

Nós brincamos na praia.

Ze speelden honkbal in het park.

Eles jogavam beisebol no parque.

Er speelden veel kinderen in het park.

Muitas crianças estavam brincando no parque.

- We hebben voetbal gespeeld gisteren.
- Gisteren speelden we voetbal.

- Nós jogamos futebol ontem.
- Ontem jogamos futebol.
- Jogamos futebol ontem.

- Speelden ze ooit in Italië?
- Hebben ze ooit in Italië gespeeld?

Eles já tocaram na Itália?

- Drie kinderen speelden in het park.
- Drie kinderen waren aan het spelen in het park.

Três crianças estavam brincando no parque.

- Je speelde vals.
- U speelde vals.
- Jullie speelden vals.
- Je hebt valsgespeeld.
- U heeft valsgespeeld.
- Jullie hebben valsgespeeld.
- Je bent vreemdgegaan.
- U bent vreemdgegaan.
- Jullie zijn vreemdgegaan.
- Je ging vreemd.
- U ging vreemd.
- Jullie gingen vreemd.

- Você trapaceou.
- Vocês trapacearam.