Translation of "Meneer" in French

Meneer, heeft u meneer Cyrano gezien?

Monsieur, avez-vous vu monsieur de Cyrano ?

Goedenavond meneer!

Bonsoir monsieur !

Goedemorgen, meneer.

Bonjour, Monsieur.

Ja, meneer!

- Oui, monsieur !
- Oui, Monsieur !
- Oui, chef !

Goedendag, meneer!

Bonjour, monsieur !

Doorrijden, meneer!

Circulez monsieur !

Dank u, meneer.

Merci, Monsieur.

Klopt dat, meneer?

C'est correct, Monsieur ?

- U mag nu gaan, meneer.
- U kunt nu gaan, meneer.

Vous pouvez partir, maintenant, Monsieur.

Dit is meneer Pedro.

C'est M. Pedro.

Meneer Grimm is geschiedenisleraar.

Monsieur Grimm est professeur d'histoire.

Meneer Kato leert ons Engels.

M. Kato nous enseigne l'anglais.

Meneer Wang komt uit China.

M. Wang vient de Chine.

Meneer White ging naar Canada.

Monsieur White est allé au Canada.

Hallo, is meneer Freeman er?

Bonjour, M. Freeman est-il là ?

Heel goed, meneer, en u?

Très bien, Monsieur, et vous ?

Nee, meneer, ik ben Duits.

Non, Monsieur, je suis allemand.

Wat is uw naam, meneer?

Quel est votre nom, Monsieur ?

Een dokter onderzocht meneer Brown.

Un médecin examina Monsieur Brun.

Meneer White's tuin is groot.

Le jardin de Monsieur White est spacieux.

Is meneer Jones op kantoor?

Est-ce que Monsieur Jones est dans le bureau ?

Meneer Jordan werd plots wakker.

M. Jordan s'est réveillé soudainement.

Meneer Green is leraar geschiedenis.

M. Green est prof d'histoire.

„En voor meneer?” „Een kalfsragout!”

«Et pour Monsieur ?» «Une blanquette de veau !»

Meneer Machin heeft me opgebeld.

Monsieur Machin m'a téléphoné.

Meneer Brown is onze leraar Engels.

Mr Brown est notre professeur d'anglais.

Meneer Ito is een hoogopgeleide man.

M. Ito est un homme très éduqué.

Meneer Smith is een goede leraar.

M. Smith est un bon enseignant.

Meneer Yoshida breekt nooit zijn belofte.

M. Yoshida ne rompt jamais ses promesses.

Meneer Suzuki is een goede wetenschapper.

Monsieur Suzuki est un bon scientifique.

Meneer Spencer werkt in een winkel.

M. Spencer travaille dans un magasin.

Meneer Gorbatsjov, haal deze muur neer!

M. Gorbatchev, abattez ce mur !

Ik zal meneer Brown morgen bezoeken.

Je rendrai visite à Monsieur Brown demain.

Wat zou u willen drinken, meneer?

Que désireriez-vous boire, Monsieur?

Meneer Smith is een kennis van haar.

- M. Smith est une connaissance à elle.
- M. Smith est une de ses connaissances.
- M. Smith est l'une de ses connaissances.

Ze hebben meneer White als manager aangesteld.

Ils ont nommé M. White manager.

Een zekere meneer Marconi wil u zien.

Un certain monsieur Marconi veut vous voir.

Laat me je voorstellen aan meneer Brown.

Permettez-moi de vous présenter M. Brown.

Meneer Johnson is ouder dan ik dacht.

M. Johnson est plus âgé que je ne le pensais.

Meneer, vult u alstublieft dit formulier in.

Monsieur, complétez ce formulaire s'il vous plaît.

Meneer Green, er is telefoon voor u.

M. Green, on vous demande au téléphone.

Is dit alles wat u heeft, meneer?

Est-ce tout ce que vous avez, Monsieur ?

Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich.

Monsieur Brown porte toujours un livre sur lui.

Hij staat op goede voet met meneer Brown.

- Il est en bons termes avec M. Brown.
- Il s'entend bien avec M. Brown.

- Kent u dhr. Bingley?
- Ken je meneer Bingley?

Connaissez-vous monsieur Bingley ?

We zagen hoe meneer Sato de kamer verliet.

- Nous vîmes monsieur Sato sortir de la chambre.
- Nous avons vu monsieur Sato sortir de la chambre.

De man die we vanochtend zagen was meneer Green.

La personne que nous avons vue ce matin était Mr. Green.

Hallo! Wat is het doel van uw bezoek, meneer?

Bonjour ! Quel est le but de votre visite, Monsieur ?

Meneer Wang kwam naar Japan om Japans te studeren.

Monsieur Oh est venu au Japon pour étudier le japonais.

Meneer, u heeft uw aansteker op tafel laten liggen!

Monsieur, vous avez laissé votre briquet sur la table.

Meneer de directeur is een brief aan het schrijven.

- Monsieur le directeur écrit une lettre.
- Monsieur le directeur rédige une lettre.

Is meneer Davis naar Japan gekomen om Engels te onderwijzen?

M. Davis est-il venu au Japon pour enseigner l'anglais ?

- Meneer Suzuki heeft drie dochters.
- Mijnheer Suzuki heeft drie dochters.

M. Suzuki a trois filles.

Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.

Le bureau de monsieur Popescu se trouve au 10e étage.

En ze moesten meneer Ruiz een aanvraag voor een uitkering laten invullen.

et ils ont permis à M. Ruiz de déposer sa demande d’aide sociale.

De man die de auto aan het wassen is, is meneer Jones.

L'homme qui lave la voiture est Monsieur Jones.

"Is dit echt een natuurlijke uitdrukking?" "Laten we het meneer Google vragen."

« Je me demande si c’est vraiment naturel, cette formulation. » « On a qu’à demander à Google. »

Het andere dat meneer Ross ons leerde, is dat stemmen ontzettend belangrijk is.

L’autre chose que M. Ross nous a apprise, est que le vote est extrêmement important.

Meneer, we moeten uw breuk stabiliseren voor we u op de brancard leggen.

Monsieur, nous devons stabiliser votre fracture avant de vous transférer sur le brancard.

Eh, meneer... Wat op het bord staat, is geen exponentiële functie, maar een goniometrische...

Hé, Monsieur, sur le tableau ce n'est pas une fonction exponentielle mais trigonométrique...

Serveerster, wat doet deze vlieg in mijn soep? - Het ziet eruit als de rugslag, meneer!

« Serveuse, que fait cette mouche dans ma soupe ? » - « Je dirais du dos crawlé, monsieur ! »

- Mijn vader heeft dezelfde auto als de heer Kimura.
- Mijn vader en meneer Kimura hebben dezelfde wagen.

Mon père a la même voiture que Monsieur Kimura.