Translation of "Gestopt" in French

- Je bent gestopt.
- U bent gestopt.
- Jullie zijn gestopt.

- Tu t'es arrêté.
- Tu t'es arrêtée.
- Vous vous êtes arrêtés.
- Vous vous êtes arrêtées.
- Vous vous êtes arrêté.
- Vous vous êtes arrêtée.

Tom is gestopt.

Tom a arrêté.

Waarom ben je gestopt?

- Pourquoi avez-vous arrêté ?
- Pourquoi vous êtes-vous arrêté ?
- Pourquoi as-tu arrêté ?
- Pourquoi t'es-tu arrêté ?

Hij is gestopt met roken.

- Il a arrêté de fumer.
- Il s'est arrêté de fumer.

Ze is gestopt met roken.

- Elle a arrêté de fumer.
- Elle a cessé de fumer.

Ik ben gestopt met roken.

- J'ai arrêté de fumer.
- J'ai cessé de fumer.

Hij is gestopt met drinken.

- Il a arrêté de boire.
- Il arrêta de boire.

- Ze zijn gestopt.
- Ze stopten.

- Ils se sont arrêtés.
- Elles se sont arrêtées.

Bill is met roken gestopt.

Bill a arrêté de fumer.

Het is gestopt met sneeuwen.

Il a cessé de neiger.

Tom is gestopt met roken.

Tom a arrêté de fumer.

Is het gestopt met regenen?

Il pleut plus ?

Ze is gestopt met kletsen.

- Elle a cessé de bavarder.
- Elle cessa de bavarder.

Zoveel dat hij ermee gestopt is.

Jusqu'au point où il a dû arrêter d'en faire.

Mijn vader is gestopt met roken.

Mon père a cessé de fumer.

De oorlog is gestopt in 1945.

La guerre s'est terminée en 1945.

De boom is gestopt met groeien.

- L'arbre a cessé de grandir.
- L'arbre a cessé de croître.

Wanneer ben je gestopt met roken?

- Depuis quand t’as arrêté de fumer ?
- Quand avez-vous cessé de fumer ?

Je zei dat je was gestopt.

- Vous disiez que vous aviez arrêté.
- Tu disais que tu avais arrêté.

Het is niet gestopt met sneeuwen.

Il n'a pas arrêté de neiger.

Ik ben gestopt met koffie drinken.

J'ai arrêté de boire du café.

Ik ben gestopt met roken en drinken.

- J'ai arrêté de fumer et de boire.
- J'arrêtai de fumer et de boire.

Waarom heb je alleen de vreemdelingen gestopt?

Pourquoi n'avez-vous arrêté que les étrangers ?

Zijt ge gestopt aan het rood licht?

Vous êtes-vous arrêté au feu rouge ?

- Waarom stopte ze?
- Waarom is ze gestopt?

Pourquoi a-t-elle arrêté ?

Voor twee jaar ben ik gestopt met roken.

J’ai arrêté de fumer il y a deux ans.

De regen is net gestopt. We kunnen gaan.

La pluie vient de s'arrêter. Nous pouvons partir.

Hij zou in de gevangenis gestopt moeten worden.

Il devrait être jeté en prison.

Ik ben een jaar geleden gestopt met roken.

J'ai arrêté de fumer il y a un an.

Ik ben zes maanden geleden gestopt met roken.

J'ai arrêté de fumer il y a six mois.

Marie is gestopt met luisteren naar de radio.

Marie a arrêté d'écouter la radio.

Twee jaar geleden is hij gestopt met roken.

Il a arrêté de fumer il y a deux ans.

Ik ben twee maanden geleden gestopt met roken.

Il y a deux mois, j'ai arrêté de fumer.

Ben je eens en voor altijd met roken gestopt?

Avez-vous arrêté la cigarette une fois pour toutes ?

- Waarom ben je gestopt?
- Waarom heb je ontslag genomen?

- Pourquoi avez-vous démissionné ?
- Pourquoi as-tu démissionné ?
- Pourquoi as-tu arrêté ?

- Er is geen taxi gestopt.
- Geen enkele taxi stopte.

- Aucun taxi ne s'arrêta.
- Aucun taxi ne s'est arrêté.

- Ze stopte met praten.
- Ze is gestopt met praten.

- Elle arrêta de parler.
- Elle a arrêté de parler.

Mijn vader is al gestopt met roken en drinken.

Mon père a déjà arrêté de fumer et de boire.

- Tom is gestopt met roken.
- Tom stopte met roken.

Tom a arrêté de fumer.

- Wie is er gestopt?
- Wie heeft er ontslag genomen?

Qui démissionne ?

- Ze is gestopt met kletsen.
- Ze stopte met kletsen.

Elle cessa de bavarder.

Tom heeft te veel suiker in mijn koffie gestopt.

Tom a mis trop de sucre dans mon café.

Ik ben gestopt met naar porno kijken om twee redenen.

J'ai arrêté de regarder du porno pour deux raisons.

Vroeger heb ik veel gerookt, maar ik ben ermee gestopt.

- Je fumais beaucoup avant, mais j'ai arrêté.
- Je fumais beaucoup, mais maintenant j'ai arrêté.

- Mijn vader is gestopt met roken.
- Mijn vader stopte met roken.

Mon père a arrêté de fumer.

- Ik ben gestopt met koffie drinken.
- Ik stopte met koffie drinken.

J'ai arrêté de boire du café.

Ik ben drie jaar geleden gestopt met het sturen van kerstkaarten.

J'ai cessé d'envoyer des cartes de Noël il y a trois ans.

Nu dat het gestopt is met regenen, kunnen we naar huis gaan.

- Maintenant qu'il ne pleut plus, on peut rentrer à la maison.
- Comme maintenant il ne pleut plus, nous pouvons aller à la maison.

Ik ben een paar jaar geleden gestopt met het sturen van kerstkaarten.

J'ai cessé d'envoyer des cartes de Noël il y a quelques années.

- Tom stopte alles in een doos.
- Tom heeft alles in een doos gestopt.

Tom mit tout dans une boite.

Sommige partijgenoten hebben gewoon bakstenen in plaats van brood in mijn rugzak gestopt.

Certains camarades du parti se sont contentés de remplir mon sac à dos de briques au lieu de pain.

- De oorlog is gestopt in 1945.
- De oorlog kwam in 1945 tot een einde.

La guerre s'est terminée en 1945.

- Hij is gestopt met praten.
- Hij is opgehouden met praten.
- Hij stopte met praten.

Il s'est arrêté de parler.

- Waar heb ik het in vredesnaam gestopt?
- Waar heb ik het in godsnaam gelegd?

- Où Diable l'ai-je mis ?
- Où Diable l'ai-je mise ?

- Waar heb ik hem neergelegd?
- Waar heb ik het gestopt?
- Waar heb ik het neergelegd?

Où l'ai-je mis ?

- Waarom stopte ze?
- Waarom is ze gestopt?
- Waarom nam ze ontslag?
- Waarom heeft ze ontslag genomen?

Pourquoi a-t-elle arrêté ?