Translation of "Buitenland" in French

- Hij ging naar het buitenland.
- Hij is naar het buitenland vertrokken.

Il est allé à l'étranger.

- Ben je in het buitenland geweest?
- Bent u in het buitenland geweest?
- Zijn jullie in het buitenland geweest?

Avez-vous déjà été à l'étranger ?

Ik studeer in het buitenland.

J'étudie à l'étranger.

Hij studeerde in het buitenland.

Il a étudié à l'étranger.

Hij ging naar het buitenland.

Il est allé à l'étranger.

Ik wil naar het buitenland.

- Je veux aller à l'étranger.
- J'aimerais aller à l'étranger.
- J'aimerais me rendre à l'étranger.

Koop die in het buitenland.

Vous devez les acheter à l'étranger.

Ze reisde in het buitenland.

Elle a voyagé à l'étranger.

Ik ga naar het buitenland.

Je pars à l'étranger.

- Hoe vaak ga je naar het buitenland?
- Hoe vaak gaat u naar het buitenland?
- Hoe vaak gaan jullie naar het buitenland?

- À quelle fréquence vous rendez-vous à l'étranger ?
- À quelle fréquence vas-tu à l'étranger ?

- Ben je ooit in het buitenland geweest?
- Zijt ge ooit in het buitenland geweest?

- Es-tu déjà parti à l'étranger ?
- As-tu déjà été à l'étranger ?
- Vous êtes-vous déjà rendu à l'étranger ?
- Es-tu déjà allé à l'étranger ?

Was u al in het buitenland?

Avez-vous déjà été à l'étranger ?

Ze heeft in het buitenland gereisd.

Elle a voyagé à l'étranger.

Hij reist graag naar het buitenland.

Il aime voyager à l'étranger.

Ben je in het buitenland geweest?

Es-tu déjà parti à l'étranger ?

Ik wil in het buitenland studeren.

Je veux étudier à l'étranger.

Hij reist vaak naar het buitenland.

- Il voyage souvent à l'étranger.
- Il voyage souvent dans des pays étrangers.

Ik ga vaak naar het buitenland.

Je vais souvent à l'étranger.

- Ik ben in het buitenland op vakantie geweest.
- Ik was op vakantie in het buitenland.
- Ik heb de vakantie in het buitenland doorgebracht.

- J'étais en vacances à l'étranger.
- J'ai passé les congés à l'étranger.

- Ik ben nooit in het buitenland geweest.
- Ik ben nog nooit in het buitenland geweest.

- Je n'ai jamais été à l'étranger.
- Je ne me suis jamais rendu à l'étranger.

Hij is net vanuit het buitenland terug.

Il vient de rentrer de l'étranger.

Hoezo wil je in het buitenland studeren?

- Pourquoi voulez-vous étudier à l'étranger ?
- Pourquoi veux-tu étudier à l'étranger ?

We moeten deze uit het buitenland aankopen.

Nous devons les acheter à l'étranger.

Hoe lang was je in het buitenland?

- Combien de temps êtes-vous resté à l'étranger ?
- Combien de temps es-tu resté à l'étranger ?

Hij gaat ieder jaar naar het buitenland.

Il se rend chaque année à l'étranger.

Mijn vader gaat volgende week naar buitenland.

Mon père va partir à l'étranger la semaine prochaine.

Jammer genoeg woont ze in het buitenland.

Malheureusement, elle réside à l'étranger.

Zoudt ge graag naar het buitenland gaan?

Aimerais-tu aller à l'étranger ?

Heb je ooit in het buitenland gestudeerd?

Avez-vous déjà poursuivi des études à l’étranger ?

Kennelijk is zijn vader in het buitenland.

Évidemment, son père est à l'étranger.

Ik ga deze zomer naar het buitenland.

Je vais à l'étranger cet été.

Hij kwam gisteren terug uit het buitenland.

Il est revenu hier de l'étranger.

Mijn vader gaat soms naar het buitenland.

Mon père se rend parfois à l'étranger.

Hij besloot naar het buitenland te gaan.

Il a décidé d'aller à l'étranger.

Ik was op vakantie in het buitenland.

J'étais en vacances à l'étranger.

Heeft u al in het buitenland verbleven?

Avez-vous déjà séjourné dans un pays étranger ?

De misdadiger werd naar het buitenland verbannen.

Le criminel fut banni à l'étranger.

Ik heb veel vrienden in het buitenland.

J'ai beaucoup d'amis à l'étranger.

Ze kopen ze waarschijnlijk in het buitenland.

Ils doivent les acheter à l'étranger.

Ben je ooit in het buitenland geweest?

As-tu déjà été à l'étranger ?

Ga je soms naar het buitenland op vakantie?

Vas-tu quelquefois en vacances à l'étranger ?

Ze spaart om naar het buitenland te trekken.

Elle économise de l'argent pour aller à l'étranger.

Is jullie oom nog steeds in het buitenland?

Ton oncle est-il toujours à l'étranger ?

Ik denk erover naar het buitenland te gaan.

Je pense aller à l'étranger.

Hij is nog nooit in het buitenland geweest.

Il n'est jamais allé à l'étranger.

Hij heeft vele jaren in het buitenland gewoond.

Il vécut à l'étranger pendant de nombreuses années.

Een vriend van mij studeert in het buitenland.

Un ami à moi étudie à l'étranger.

Is dit je eerste reis in het buitenland?

- C'est votre premier voyage à l'étranger ?
- Est-ce votre premier voyage à l'étranger?
- Est-ce ton premier voyage à l'étranger ?

Tom woont al drie jaar in het buitenland.

Tom vit depuis déjà trois ans à l'étranger.

Ik ben nog nooit in het buitenland geweest.

Je n'ai jamais été à l'étranger.

Mijn droom is om in het buitenland te studeren.

Mon rêve est d'étudier à l'étranger.

Ik zou graag ooit eens naar het buitenland trekken.

Je voudrais bien un jour me rendre à l'étranger.

Daarom is hij niet in het buitenland gaan studeren.

À cause de cela, il n'est pas allé étudier à l'étranger.

Ze praatte lang over haar ervaringen in het buitenland.

Elle a longtemps parlé de ses expériences à l'étranger.

Hij reist graag naar het buitenland met het vliegtuig.

Il aime voyager à l'étranger par avion.

Ben je van plan om naar het buitenland te gaan?

- Prévois-tu d'aller à l'étranger ?
- Prévoyez-vous de vous rendre à l'étranger ?

Meer en meer bruidsparen gaan naar het buitenland op huwelijksreis.

De plus en plus de couples partent en lune de miel à l'étranger.

Ze wenst op een dag in het buitenland te studeren.

Son souhait est d'étudier à l'étranger, un jour.

Als ik rijk was, zou ik naar het buitenland gaan.

- Si j'étais riche, j'irais à l'étranger.
- Si j'étais riche, je me rendrais à l'étranger.

Uiteindelijk heeft ze beslist om naar het buitenland te vertrekken.

Elle a finalement décidé de partir à l'étranger.

Hij werkt hard zodat hij in het buitenland kan studeren.

Il travaille dur dans le but d'étudier à l'étranger.