Translation of "Vriendinnen" in English

0.005 sec.

Examples of using "Vriendinnen" in a sentence and their english translations:

Mike heeft twee vriendinnen.

Mike has two girl friends.

Tom heeft twee vriendinnen.

Tom has two girlfriends.

Glenn heeft twee vriendinnen.

Glenn has two friends who are women.

Tom heeft drie vriendinnen.

Tom has three girlfriends.

Ik heb 3 vriendinnen.

I have 3 girlfriends.

Je hebt veel vriendinnen.

You have lots of friends.

Misschien heeft hij veel vriendinnen.

Maybe he has lots of girlfriends.

Zijn vriendinnen noemden hem Ted.

He was called Ted by his friends.

Tom heeft vriendinnen in Boston.

Tom has friends in Boston.

- Wij zijn vriendinnen.
- Wij zijn vrienden.

- We're friends.
- We are friends.

Magdalena en Ania zijn goede vriendinnen.

Magdalena and Ania are good friends.

Wij zijn wel echt goede vriendinnen.

We really are good friends.

Mary en ik zijn goede vriendinnen geworden.

Mary and I became good friends.

- Tom heeft veel vrienden.
- Tom heeft veel vriendinnen.

- Tom has many friends.
- Tom has a lot of friends.

Ik heb veel vriendinnen waarmee ik kan praten.

I have many friends I can talk to.

- We zijn wel echt goede vrienden.
- Wij zijn wel echt goede vrienden.
- We zijn wel echt goede vriendinnen.
- Wij zijn wel echt goede vriendinnen.

We really are good friends.

David heeft zoveel vriendinnen dat hij niet al hun namen kan onthouden.

David has so many girlfriends that he can't remember all of their names.

- Yumi is een van mijn vrienden.
- Yumi is een van mijn vriendinnen.

Yumi is one of my friends.

- Ze zijn heel goede vrienden geworden.
- Zij zijn heel goede vriendinnen geworden.

They became very good friends.

Mijn vriendinnen noemen mijn piemel liefkozend "gerucht" omdat hij van mond tot mond gaat.

My lady-friends fondly call my prick ‘Rumor’, because it goes from mouth to mouth.

- Mary heeft haar vrienden uitgenodigd.
- Mary heeft haar vriendinnen uitgenodigd.
- Mary heeft haar vriendjes uitgenodigd.

Mary invited her friends over.

- Ze liep naar de deur om haar vrienden te verwelkomen.
- Ze ging naar de deur om haar vriendinnen te begroeten.

She went to the door to welcome her friends.