Translation of "Thailand" in English

0.006 sec.

Examples of using "Thailand" in a sentence and their english translations:

- Ik hou van Thailand.
- Ik ben gek op Thailand.
- Ik ben dol op Thailand.

I love Thailand.

Thailand ligt in Azië.

Thailand is in Asia.

Ik kom uit Thailand.

I'm from Thailand.

Ze gaat naar Thailand.

She's going to Thailand.

Thailand heeft twee volksliederen.

Thailand has two national anthems.

Zij waren geboren in Thailand.

They were born in Thailand.

- Thai is de officiële taal in Thailand.
- De bestuurstaal in Thailand is Thai.

Thai is the official language in Thailand.

Ze is op weg naar Thailand.

She set out for Thailand.

Bangkok is de hoofdstad van Thailand.

Bangkok is the capital of Thailand.

Het is laat in Lopburi, centraal Thailand.

It’s late in Lopburi, central Thailand.

Heb je nog andere reisgidsen over Thailand?

Do you have any other guidebooks about Thailand?

Thai is de officiële taal van Thailand.

Thai is the official language of Thailand.

- Thailand grenst in het noorden aan Myanmar en Laos.
- In het noorden grenst Thailand aan Myanmar en Laos.

Thailand is bordered to the north by Myanmar and Laos.

In Thailand gebruikt men kokosnoten als eten, drinken en speelgoed.

In Thailand, people use coconuts for food, drink and toys.

Het aantal Europeanen dat elk jaar Thailand bezoekt is erg groot.

The number of Europeans who visit Thailand every year is very large.

Olifanten in Thailand zijn net zo gebruikelijk als kangoeroes in Australië.

Elephants in Thailand are as common as kangaroos in Australia.

Uiteindelijk heeft hij zijn plan om naar Thailand te reizen doorgezet.

He finally went through with his plan to go to Thailand.

In Thailand is de opvoeding van de kinderen niet de verantwoordelijkheid van de vader; het is geheel aan de moeder.

In Thailand, bringing up the children isn't the father's responsibility; it's entirely up to the mother.