Translation of "Stopte" in English

0.019 sec.

Examples of using "Stopte" in a sentence and their english translations:

Tom stopte.

- Tom quit.
- Tom resigned.

Alles stopte.

Everything stopped.

Maria stopte.

Mary stopped.

Wie stopte?

Who stopped?

Ik stopte.

- I paused.
- I stopped.

Sami stopte.

Sami pulled up.

Iedereen stopte.

Everyone stopped.

De klok stopte.

- The clock has stopped.
- The clock stopped.

De muziek stopte.

The music stopped.

Ze stopte het.

She stopped it.

Ik stopte met lachen.

I stopped laughing.

Uiteindelijk stopte de bus.

At last, the bus stopped.

Hij stopte de auto.

He stopped the car.

Tom stopte met roken.

Tom has quit smoking.

Tom stopte met bewegen.

Tom stopped moving.

Tom stopte de video.

Tom stopped the video.

Bill stopte met roken.

Bill stopped smoking.

Ik stopte de video.

I stopped the video.

Onze trein stopte plotseling.

Our train suddenly stopped.

Sami stopte zijn kameel.

Sami stopped his camel.

Sami stopte met roken.

Sami stopped smoking.

Hij stopte om te roken.

- He stopped to smoke.
- He stopped for a smoke.

Hij stopte plotseling met praten.

- He ceased talking suddenly.
- He suddenly stopped talking.

Hij stopte met zijn rookgewoonte.

He got out of the habit of smoking.

Mijn vader stopte met roken.

- Father gave up cigarettes.
- My father quit smoking.

- Tom stopte.
- Tom is gestopt.

Tom stopped.

De dreumes stopte met wenen.

The baby stopped crying.

Toen stopte de motor opeens.

Then the motor suddenly died.

Ik stop. Maar ik stopte niet.

I quit, I did not quit.

Wat stopte Thomas in de zak?

What did Tom put into the bag?

Hij stopte met roken vorig jaar.

He stopped smoking last year.

- Hij nam ontslag.
- Hij stopte ermee.

- He dropped it.
- He quit.

Waarom stopte ze met haar baan?

Why did she quit her job?

- Het gejuich hield op.
- Het gejuich stopte.

The cheering ceased.

Een uur geleden stopte het met sneeuwen.

It stopped snowing an hour ago.

Hij stopte het geld in zijn zak.

He thrust the money into his pocket.

Hij stopte met het lezen van kranten.

He stopped reading newspapers.

Er stopte een auto voor mijn huis.

A car drew up in front of my house.

De bus stopte en Tom stapte uit.

The bus stopped and Tom got off.

De radioactieve wolk stopte bij de grens.

The radioactive cloud stopped at the border.

Tom stopte zijn mondharmonica in zijn zak.

Tom put his harmonica in his pocket.

Ze stopte met het lied te zingen.

She stopped singing the song.

Tom stopte de thermometer in zijn mond.

Tom put the thermometer in his mouth.

Maria stopte een bloem in haar haar.

Mary put a flower in her hair.

- Waarom stopte ze?
- Waarom is ze gestopt?

Why did she stop?

De trein stopte niet bij mijn station.

The train didn't stop at my station.

Precies op dat moment stopte de bus.

Right at that instant, the bus stopped.

Ik wou dat het stopte met sneeuwen.

I wish it would stop snowing.

Het paard stopte en weigerde verder te gaan.

The horse stopped and wouldn't move.

Ze stopte met naaien en dronk wat thee.

She stopped sewing and had some tea.

Hij stopte met roken en begon met hardlopen.

He stopped smoking and started running.

Tom stopte om zijn schoenen aan te trekken.

Tom stopped to put on his shoes.

Hij stopte met roken om gezonder te worden.

He stopped smoking for the improvement of his health.

Sami stopte met het lezen van de Koran.

Sami stopped reading the Quran.

De oude computer stopte jaren geleden met werken.

The old computer stopped working ages ago.

- Er is geen taxi gestopt.
- Geen enkele taxi stopte.

No taxi stopped.

Hij stopte met roken op advies van zijn dokter.

He stopped smoking on his doctor's advice.

- Ze stopte met praten.
- Ze is gestopt met praten.

- He stopped talking.
- She stopped talking.

De bus stopte om passagiers in te laten stappen.

- The bus stopped to take up passengers.
- The bus stopped to pick up passengers.

Ik stopte, en wachtte tot de auto voorbij was.

I stopped and waited for the car to pass.

- Tom is gestopt met roken.
- Tom stopte met roken.

- Tom quit smoking.
- Tom gave up smoking.

- Onze trein stopte plotseling.
- Plots bleef onze trein staan.

Our train stopped suddenly.