Translation of "Leerlingen" in English

0.014 sec.

Examples of using "Leerlingen" in a sentence and their english translations:

We zijn leerlingen.

We're pupils.

De leerlingen lachten.

The students laughed.

Hoeveel leerlingen heb je?

How many students do you have?

- Fidget spinners zijn populair onder leerlingen.
- Handspinners zijn populair onder leerlingen.
- Fidget spinners zijn populair bij leerlingen.

Fidget spinners are popular with students.

Maar voor al mijn leerlingen.

but for all of my students.

Aan al mijn 130 leerlingen.

to all 130 of my students.

Ik ken niet alle leerlingen.

I don't know all of the students.

De leerlingen moeten meer studeren.

The students must study more.

Hoeveel leerlingen heeft jouw school?

How many students are there in your school?

leerlingen krijgen boeken met woorden

students receive books with words,

De leraar verwelkomde de leerlingen.

The teacher welcomed the pupils.

Deze klas heeft 35 leerlingen.

There are 35 students in this class.

- Hier moeten alle leerlingen Frans leren.
- Hier zijn alle leerlingen verplicht Frans te leren.

All the students here must study French.

De leerlingen gehoorzaamden hun leraar niet.

The students disobeyed their teacher.

De leerlingen zijn in het klaslokaal.

The students are in the classroom.

- We zijn studenten.
- We zijn leerlingen.

- We are students.
- We're students.
- We're pupils.

De leerlingen zaten in een kring.

The students sat in a circle.

De leerlingen zitten in een kring.

The students are sitting in a circle.

Alle leerlingen op school kennen Tom.

All of the students at school know Tom.

Ik ben een van uw leerlingen.

I'm one of your students.

Hoeveel leerlingen zijn er in totaal?

How many students are there in total?

Mijn leerlingen zijn meestal op me gefocust,

My students are usually laser-focused on me,

Maar mijn leerlingen zitten in groep vijf,

But my students are third-graders,

Het zijn leerlingen op de middelbare school.

They are high school students.

Hoeveel leerlingen zitten er in jouw klas?

- How many pupils are there in your class?
- How many students are there in your class?

Er zitten veertig leerlingen in deze klas.

There are 40 pupils in this class.

Deze leerlingen hebben beiden de proef gefaald.

Those students didn't both pass the test.

Er zitten veertig leerlingen in onze klas.

There are forty students in our class.

Er zijn 40 leerlingen in deze klas.

There are 40 pupils in this class.

In die klas zijn er veertig leerlingen.

This class consists of forty pupils.

Hoeveel leerlingen zijn er in uw school?

How many pupils are there in your school?

Er zijn 200 leerlingen in onze klas.

In our class there are 200 students.

Op school zijn alleen maar jonge leerlingen.

There are only young students in the school.

Alle leerlingen op onze school leren Frans.

All of the students at our school study French.

De leerlingen gingen te voet naar school.

The students went to school by foot.

Als leraren zien we onze leerlingen elke dag.

As teachers, we see our students every single day.

Taken opgeven en leerlingen klaarstomen voor gestandaardiseerde tests.

assigning the assignments and preparing for standardized tests.

Binnen 48 uur kwamen leerlingen naar mijn klas

Within 48 hours, students were coming into my classroom

De leerlingen stonden te wachten op de bus.

The students stood waiting for a bus.

Ze werd verliefd op één van haar leerlingen.

She fell in love with one of her students.

De leraar kan goed met zijn leerlingen omgaan.

The teacher handles his pupils well.

De leraar wordt gemakkelijk kwaad op zijn leerlingen.

The teacher easily loses his temper with the students.

Die ik aan mijn toekomstige leerlingen wilde laten zien.

that I wanted to show to my future students.

Een goede leraar moet geduldig zijn met zijn leerlingen.

A good teacher must be patient with his students.

Verscheidene leerlingen waren niet aanwezig op school wegens verkoudheid.

Several students were absent from school because of colds.

De leraar heeft helemaal geen gezag over zijn leerlingen.

- The teacher has no authority over his students.
- The teacher has no authority over her students.

De meeste leerlingen gaan met een rugzak naar school.

Most students carry backpacks to school.

De leraar en de leerlingen zijn in het museum.

The teacher and the pupils are in the museum.

Er zijn ongeveer tweeduizend leerlingen in mijn middelbare school.

There are about 2000 students at my high school.

- Er zijn eenenveertig leraars en ongeveer achthonderd leerlingen in deze school.
- Er zijn eenenveertig docenten en ongeveer achthonderd leerlingen op deze school.

There are forty-one teachers and about eight hundred students in this school.

Op dat moment zag ik al mijn leerlingen voor me.

In that moment, I could picture every single one of my students.

Dat gebeurt er als we falende leerlingen als mislukkelingen bestempelen.

That's what happens when we label failing students as failures.

Dit woordenboek is een goed leermiddel voor leerlingen en leraars.

This dictionary is a good learning tool for both students and professors.

Hij is een van de populairste leerlingen van de klas.

He is one of the most popular students in the class.

Er waren redelijk wat leerlingen niet in de les vandaag.

There were quite a few students absent from class today.

Ik was een van de beste leerlingen van de klas.

I was one of the best students in the class.

Hij zei tegen de leerlingen dat ze stil moesten zijn.

He told the students to be quiet.

Mijn leerlingen zijn niet bang van lesmateriaal met het n-woord.

My students are not afraid of materials that have the N-word in it.

Op zo'n manier bracht dat het toegankelijk was voor jonge leerlingen.

and I broke it down into a way that was accessible for young learners.

Er zijn eenenveertig docenten en ongeveer achthonderd leerlingen op deze school.

There are forty-one teachers and about eight hundred students in this school.

Er zijn vandaag veel meer leerlingen in het schoollokaal dan gisteren.

There are many more students in the classroom today than yesterday.

Het schoolreglement verplicht de leerlingen tot het dragen van een schooluniform.

The school rules require students to wear school uniforms.

Leerlingen in het algemeen waarderen een leraar die hun problemen verstaat.

Students generally like a teacher who understands their problems.

Hij werkt net zo hard als de andere leerlingen tijdens de les.

He's just as industrious as any other student when he's in class.

- De kinderen zaten in een kring.
- De leerlingen zaten in een kring.

The students sat in a circle.

Paul is een van de leerlingen die zullen meedoen aan het schaaktornooi.

Paul is one of the students who will participate in the chess tournament.

De leerlingen werden gezegd dat ze het gedicht uit het hoofd moesten leren.

The students were told to learn the poem by heart.

Tom is een goede leraar en al zijn leerlingen zijn gek op hem.

Tom is a good teacher and all of his students love him.

Alle leerlingen van deze school moeten naast Engels nog een andere vreemde taal leren.

Any student of this school must learn one more foreign language besides English.

Dit boek is bedoeld voor leerlingen die de Japanse taal niet als moedertaal hebben.

This book is intended for students who do not speak Japanese as a native language.