Translation of "Dna" in English

DNA liegt niet.

DNA doesn't lie.

DNA is magisch.

DNA is magical.

- De onderzoekers hebben zijn DNA verzameld.
- De onderzoekers verzamelden zijn DNA.

The investigators collected his DNA.

Ze verloren het DNA-monster.

They lost the DNA sample.

Hij heeft een DNA-lab.

He has a DNA lab.

De genetische code in je DNA.

your DNA genetic code.

Een DNA-test bewees zijn onschuld.

A DNA test proved his innocence.

Een DNA-test bewees haar onschuld.

A DNA test proved her innocence.

Er was geen DNA-bewijs gevonden.

No DNA evidence was found.

Hoe kwamen ze aan zijn DNA?

How did they get his DNA?

Omdat het in ons DNA zit.

Because it's in our DNA.

- Sami's DNA werd op het glas gevonden.
- Sami zijn DNA werd op het glas gevonden.

Sami's DNA was found on the glass.

Genen bestaan ​​uit een specifieke DNA-sequentie.

Genes consist of a specific sequence of DNA.

Ook al zijn hun DNA-sequenties identiek,

Even though their DNA sequences are exactly the same,

De hele kolonie zal het mutante DNA erven.

The entire colony will inherit the mutant DNA.

Uit DNA-tests bleek dat hij onschuldig was.

DNA tests showed he was innocent.

Een DNA-test bewees dat ze onschuldig was.

A DNA test proved she was innocent.

Een DNA-test bewees dat hij onschuldig was.

A DNA test proved he was innocent.

Het element fosfor is aanwezig in ons DNA.

The element phosphorus is present in our DNA.

Er zat geen DNA-bewijs op de brief.

There was no DNA evidence on the letter.

Dat je vastzat aan de structuur van je DNA.

we thought you were stuck with your DNA.

Een DNA-test toonde aan dat hij onschuldig was.

A DNA test showed he was innocent.

Een DNA-test toonde aan dat ze onschuldig was.

A DNA test showed she was innocent.

Om een apparaat te bouwen dat heimelijk DNA kan verzamelen

to build a device that could surreptitiously collect DNA

DNA bestaat uit vier nucleotiden: A, T, C en G.

DNA is composed of four nucleotides: A, T, C, and G.

DNA bestaat uit vier nucleotiden: adenine, thymine, cytosine en guanine.

DNA is composed of four nucleotides: adenine, thymine, cytosine and guanine.

De plasmide en de nucleoïde zijn bacteriële componenten die DNA bevatten.

The plasmid and the nucleoid are bacterial components that contain DNA.

Je deelt 50% van je DNA met je broers en zussen.

So, you share 50% of your DNA with your siblings.

Je neven en nichten delen 25% van je DNA met je.

Your nieces and nephews share 25% of your DNA.

Dankzij DNA-sporen heeft de politie in december twee broers uit het criminele milieu gevat.

In December police—thanks to DNA evidence—seized two brothers from a crime scene.

In tegenstelling tot DNA, dat alleen in de kern voorkomt, is RNA ook in het cytoplasma te vinden.

In contrast to DNA, which only occurs in the nucleus, RNA is also found in the cytoplasm.