Translation of "Adres" in English

- Wat is jouw adres?
- Wat is jullie adres?
- Wat is uw adres?

- What is your address?
- What's your address?

- Ik ben zijn adres vergeten.
- Ik vergat zijn adres.

I forgot his address.

Schrijf hier je adres.

Write your address here.

Ik ken haar adres.

I know her address.

Hier is het adres.

Here's the address.

Wat is Toms adres?

What's Tom's address?

Schrijf zijn adres op.

Write down his address.

Sami googelde Layla's adres.

Sami googled Layla's address.

Ik vergat zijn adres.

- I forgot his address.
- I forgot her address.

Heb je Toms adres?

Do you have Tom's address?

Trouwens, wat is je adres?

- By the way, what is your address?
- By the way, what's your address?

Hij heeft zijn adres gewijzigd.

He changed his address.

Ik gaf hem mijn adres.

I gave him my address.

Schrijf alstublieft uw adres op.

Write your address, please.

Dit is mijn huidige adres.

This is my current address.

Heb jij Tom zijn adres?

Do you have Tom's address?

Sami is het adres vergeten.

Sami forgot the address.

Geef me alstublieft uw adres.

- Please tell me your address.
- Can you tell me your address?

Ik heb nu het adres niet.

- I don't have the address with me.
- I don't have the address now.

Ontdek eerst zijn naam en adres.

First find out her name and address.

Heb je zijn nieuwe adres genoteerd?

- Have you written down his new address?
- Did you write down his new address?
- Have you made a note of her new address?
- Did you make a note of her new address?

Als ik tenminste zijn adres wist.

If only I knew his address.

Ik gaf Tom een vals adres.

I gave Tom a fake address.

Ik kan zijn adres niet vinden.

- I can't find his address.
- I cannot find his address.

Geef me je huidige adres alsjeblieft.

Please tell me your present address.

Tom kon Mary's adres niet herinneren.

Tom couldn't remember Mary's address.

Vul uw naam en adres in.

Fill in your name and address.

Schrijf alstublieft uw naam en adres.

Write your name and address, please.

Wie heeft haar mijn adres gegeven?

Who gave her my address?

- Ze vroeg me of ik haar adres kende.
- Ze vroeg me of ik zijn adres ken.

- She asked me if I knew his address.
- She asked me if I knew her address.

Hij kon zich mijn adres niet herinneren.

He couldn't remember my address.

Kan u het aan dit adres zenden?

Could you send it to this address?

Ik zal mijn adres voor je opschrijven.

I'll write my address down for you.

Tom had Mary's adres niet bij zich.

Tom didn't have Mary's address with him.

Hier is het adres van mijn firma.

This is my business address.

Ik heb het adres niet bij me.

I don't have the address with me.

U bent hier op het juiste adres.

You have come to the right place.

Ik moet haar naam en adres weten.

I got to know her name and her address.

Ze vroeg me of ik haar adres kende.

She asked me if I knew her address.

Ze vroeg me of ik zijn adres ken.

She asked me if I knew his address.

Schrijf alstublieft hier uw naam, adres en telefoonnummer.

Please write down your name, address, and phone number here.

Stuur mijn post alstublieft door naar dit adres.

Please forward my mail to this address.

Tom kent het adres van Mary nog niet.

Tom doesn't know Mary's address yet.

Ik schreef het foute adres op de envelop.

I wrote the wrong address on the envelope.

Tom stuurde de brief naar een onbestaand adres.

Tom sent the letter to an address that does not exist.

- Ik zou hem schrijven als ik zijn adres wist.
- Als ik zijn adres wist, zou ik naar hem schrijven.

If I knew his address, I would write to him.

Als ze uw adres kende, zou ze u schrijven.

If she knew your address, she would write to you.

Ik zou hem schrijven als ik zijn adres wist.

If I knew his address, I would write to him.

Hij vroeg naar mijn leeftijd, naam en adres enz.

He asked me my age, my name, my address, and so forth.

Ik ken zijn adres. Maar het is een geheim.

I know his address. But it is a secret.

Stuur het pakket voor mij maar naar dit adres.

Send the package to me at this address.

Tom heeft de brief naar het verkeerde adres gestuurd.

Tom sent the letter to the wrong address.

Ik zal je schrijven wanneer ik je adres heb.

I will write you when I know your address.

Ik zal hem schrijven als ik zijn adres weet.

I will write him when I know his address.