Examples of using "يأكلون" in a sentence and their dutch translations:
- Ze zijn appels aan het eten.
- Zij eten appels.
Ze eten met mes en vork.
Koeien grazen in de wei.
blijven de wereld rondreizen en eten vlees en zuivel.
Moslims eten geen varkensvlees omdat het gevaarlijk vlees is.
zoals wat ze eten, waar ze zijn en met wie.
maar dat ze ook vaatwastabletten eten voor een online uitdaging,