Translation of "الأسبوع" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "الأسبوع" in a sentence and their dutch translations:

أراك الأسبوع القادم!

Tot volgende week!

أسبح مرةً في الأسبوع.

- Ik zwem eenmaal per week.
- Ik zwem één keer per week.

كنت مشغولا جدا الأسبوع الماضي.

- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.

بدأت تعلّم الصينية الأسبوع الماضي.

De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.

كم عدد الأيام في الأسبوع؟

Hoeveel dagen zitten er in een week?

- الأسبوع الواحد فيه سبعة أيام.
- هناك سبعة أيام في الأسبوع.
- بالأسبوع سبعة أيّامٍ

Een week telt zeven dagen.

لأنني سأختبركم فيها نهاية هذا الأسبوع".

Eind deze week is er een test."

انخفض من 60 ساعة في الأسبوع

gedaald van 60 uur per week

من الممكن أن تتجمد الأسبوع القادم.

Volgende week gaat het misschien vriezen.

ماذا ستفعل في عطلة نهاية الأسبوع؟

Wat ga je van het weekend doen?

إلى أين ذهبت نهاية الأسبوع الماضي؟

Waar ben je afgelopen weekend heengegaan?

وقد تكرر هذا الأسبوع بعد الآخر.

Dit gebeurde week na week zo.

أكلت البيتزا كل يوم الأسبوع الماضي.

Vorige week at ik elke dag pizza.

ويتغوطون مرة فى الأسبوع أسفل شجرة ما

wat ze ongeveer eenmaal per week doen aan de voet van een boom.

أتعرض لهذا مرة في الأسبوع على الأقل.

Dat hoor ik minstens een keer per week.

إلى أقل من 15 ساعة في الأسبوع.

tot minder dan 15 uur per week.

ولكن اللحظة التي لن أنساها في ذاك الأسبوع

Maar het meest memorabele moment van de week

أولئك الذين استخدموا القنب مرتين أو أكثر في الأسبوع -

degene die cannabis twee keer per week of vaker gebruikten,

سريري، هو مكان إعاشتي خلال 24 في أيام الأسبوع السبعة.

en speelde mijn leven zich 24/7 in bed af.

إذا واجهت مشاكل ، فهناك دعم عملاء على مدار الساعة طوال أيام الأسبوع وضمان استرداد الأموال لمدة 30 يومًا.

Als u problemen ondervindt, is er 24/7 klantenondersteuning en een 30 dagen geld-terug-garantie.