Examples of using "Yerim" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet langzaam.
Ik eet brood.
Ik eet kaas.
Ik eet vlees.
Ik eet.
Ik eet chocolade.
- Normaal gesproken eet ik veel.
- Ik eet meestal veel.
Ik eet alles.
Ik eet noedels.
Ik eet peren.
Ik eet alleen.
Ik eet komkommer.
Ik eet omdat ik honger heb.
Ik eet altijd gezond.
Ik eet om te leven.
Ik eet mijn ontbijt om zeven uur.
Ik eet alles.
Ik eet elke dag fruit.
Ik eet elke dag kip.
Ik eet met mijn handen.
Ik eet hier elke dag.
Ik eet vaak appels.
Ik eet vaak kip.
Ik heb geen slaapplaats voor deze nacht.
Ik kon nergens anders heen.
Ik eet kaas.
Ik eet meestal rijst met stokjes.
Ik eet elke ochtend zuurkool.
Ik neem mijn avondmaal om zeven uur kwart.
Ik heb meer dan één schuilplaats.
Ik eet hier vaak.
Gewoonlijk neem ik dessert na het avondeten.
Ik eet fruit.
Ik eet altijd ontbijt.
Ik lunch meestal daar.
- Ik heb overal pijn.
- Ik zit vol met pijntjes.
Ik eet veel vlees.
Als ik zou kunnen, zou ik iedere dag kokoscake eten.