Examples of using "Sırt" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb rugklachten.
Ik lag op mijn rug.
Hij lag op zijn rug.
Tom heeft rugpijn.
Tom ligt op zijn rug.
Hij wilde een rugmassage.
Deze blauwe rugzak is zwaar.
Tom heeft een rugblessure.
Tom lijdt aan chronische rugpijn.
Ze draagt een rugzak op haar rug.
Ze heeft al jaren problemen met rugpijn.
De meeste leerlingen gaan met een rugzak naar school.
Mary's rugpijn martelde haar.
- Heeft u moeite met ademhalen als u plat ligt?
- Heb je moeite met ademhalen als je plat ligt?
Zelfs de rugzak werkt. Door erop te liggen.
Klaagt Tom vaak over rugpijn?
Hij lag op zijn rug.
Het kan beter, kijk. Gebruik de droogzak in plaats van de rugzak.