Examples of using "Paskalya" in a sentence and their dutch translations:
Ik schilder paaseieren.
Geloof je in de paashaas?
Paaseieren schilderen is leuk.
- Iemand heeft mijn paasei opgegeten.
- Iemand at mijn paasei.
- Tom kent het verschil niet tussen Kerstmis en Pasen.
- Tom weet het verschil niet tussen Pasen en Kerstmis.
Tom en Maria schilderden een paar struisvogeleieren voor Pasen.
Er zijn in Nederland een aantal christelijke feestdagen, zoals: Pasen, Kerstmis, Pinksteren en Hemelvaartsdag.