Examples of using "Otobüse" in a sentence and their dutch translations:
Neem de bus.
Laten we de bus nemen.
Neem een bus.
Zal ik de bus nemen?
Laten we een bus pakken.
Ik stapte in de verkeerde bus.
Welke buslijn moet ik nemen?
- Wanneer het regent, neemt ze de bus.
- Als het regent, neemt ze de bus.
Waar namen jullie deze bus?
Als ik de trein mis, neem ik de bus.
Er kunnen vijftig mensen in de bus.
Jullie moeten bus 5 nemen.
Ik zou liever de bus nemen.
We stapten toevallig op dezelfde bus.
Tom nam de verkeerde bus.
Zet Tom op een bus.
Ik ga liever lopen dan de bus te nemen.
- U moet bus 5 nemen.
- Jullie moeten bus 5 nemen.
We wisten niet welke bus we moesten nemen.
Waar kan ik bus nummer 7 nemen?
Laten we opschieten om de bus te halen.
Hij haastte zich om de bus te halen.
Als ge deze bus neemt, zult ge het dorp bereiken.
Tom wist niet welke bus hij moest nemen.
Ik lette niet goed op en ben per ongeluk in de verkeerde bus terechtgekomen.
We nemen dezelfde bus naar het werk.
- Gewoonlijk ga ik met de bus naar school.
- Ik ga gewoonlijk met de bus naar school.
Met welke bus gaat Tom naar zijn werk?