Examples of using "Köpeklerden" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben bang voor honden.
Ik heb schrik van honden.
Hij is bang voor honden.
Een van de honden leeft nog.
- Het meisje heeft schrik van honden.
- Het meisje is bang voor honden.
- Ik heb schrik van honden.
- Ik ben bang voor honden.
Hij is bang voor honden.
Ik haat honden.
Tom was vroeger bang voor honden.
Ben je niet bang voor honden?
- We houden niet echt van honden.
- Wij houden niet echt van honden.
Hij is erg bang van honden.
De helft van mijn klas houdt van honden.
Tom heeft angst voor grote honden.
Tom haat honden.
Gewoonlijk hebben katten een hekel aan honden.
Tom is bang voor honden, nietwaar?
Ik hou zowel van honden als van katten.
Stinkdieren vrezen geen honden, evenmin mannen.
Tom haatte zijn leven lang honden en katten.
Zij liepen in de tuin om aan die bloeddorstige honden te ontsnappen.
Ik hou zowel van honden als van katten.
Mijn hond heet Belysh. Deze zomer heb ik hem geleerd om pootje te geven. Iedere morgen sta ik vroeg op en geef hem te eten. Daarna gaan we een eindje wandelen. Hij beschermt me tegen andere honden. Wanneer ik fiets, rent hij naast me. Hij heeft een vriend, haar naam is Chernyshka. Hij vindt het leuk om met haar te spelen. Belysh is een hele vriendelijke en slimme hond.