Examples of using "Korkar" in a sentence and their dutch translations:
- Hij is bang voor de zee.
- Hij is bang van de zee.
Hij is bang voor zijn vader.
Hij is bang voor honden.
- Hij heeft altijd angst.
- Hij is altijd bang.
Ben je bang van de stilte?
Simon is bang in het donker.
De katten zijn bang voor water.
Ben je bang om gewond te raken?
Heb je hoogtevrees?
Tom is bang voor het donker.
- Tom is bang van spinnen.
- Tom is bang voor spinnen.
Iedereen is bang voor kritiek.
- Iedereen vreest de tijd.
- Iedereen is bang voor de tijd.
- Ben je bang voor spinnen?
- Bent u bang voor spinnen?
- Zijn jullie bang voor spinnen?
Hij is erg bang van honden.
Ze is bang voor onweer.
- Zij heeft altijd angst.
- Ze is altijd bang.
Veel vrouwen zijn bang voor spinnen.
Vind je het eng om met meisjes te praten?
Sommige mensen zijn bang voor spoken.
Waarom zijn mensen bang voor jou?
Hij is bang voor honden.
Hij is bang fouten te maken.
Maar de meeste mensen zijn te bang om 4, 12, 26 te testen
- Iedere man met een toupetje heeft angst voor een winderige dag.
- Iedere man met een haarstukje heeft angst voor winderige dagen.
Een verbrand kind is bang voor het vuur.
Hij is allergisch voor de waarheid.