Examples of using "Dikti" in a sentence and their dutch translations:
Hij vestigde zijn blik op mij.
Wie heeft de boom geplant?
- Sami plantte bloemen.
- Sami heeft bloemen geplant.
Zij hebben appelbomen geplant.
- Tom heeft de knoop weer vastgenaaid.
- Tom naaide de knoop weer vast.
Tom heeft deze bloemen geplant.
Tom plantte een boom.
- Ze naaide een knoop op haar jas vast.
- Ze heeft een knoop op haar jas vastgenaaid.
- Tom naaide de knoop weer op zijn shirt vast.
- Tom heeft de knoop weer op zijn shirt vastgenaaid.
- Tom heeft de knoop weer aan zijn overhemd genaaid.
- Tom naaide de knoop weer aan zijn overhemd.
Tom naaide een knoop aan zijn jas vast.
1066 zette hij zijn zinnen op de Engelse troon.
Tom plantte drie appelbomen in zijn tuin.