Examples of using "Bina" in a sentence and their dutch translations:
Het gebouw staat in brand.
Het oude gebouw werd afgebroken.
Het gebouw is op het moment in aanbouw.
Het gebouw stortte in tijdens de aardbeving.
Wat is dat gebouw?
Het gebouw is twintig verdiepingen hoog.
Het gebouw werd tot puin herleid.
- Dit gebouw is van steen gemaakt.
- Dit gebouw is van steen.
Duizend gebouwen lagen in puin.
Het gebouw is honderd meter hoog.
maar daardoor een hogere waarde hebben,
Wat is dit grote nieuwe gebouw?
Dat gebouw is nog in aanbouw.
Hoe hoog is dit gebouw?
- Dat witte gebouw is een ziekenhuis.
- Dat wit gebouw is een ziekenhuis.
Wanneer we naar beneden keken zagen we veel gebouwen.
Er zijn veel hoge gebouwen in deze stad.
Als je rechts afslaat, zal je een groot gebouw zien.
- Er zijn hier nu een hoop nieuwe gebouwen.
- Er zijn hier nu veel nieuwe gebouwen.
De gebouwen zijn klein vergeleken met de wolkenkrabbers in New York.
Het loont zich niet dat oude gebouw te renoveren. Het is beter het af te breken.