Examples of using "Avukata" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb een advocaat nodig.
- Ik wil een advocaat.
We gaan een advocaat nodig hebben.
- Waarom raadpleeg je geen advocaat?
- Waarom raadpleegt u geen advocaat?
- Waarom raadplegen jullie geen advocaat?
Ik heb geen advocaat nodig.
Waarom raadpleeg je niet persoonlijk een advocaat?
Zal ik een advocaat nodig hebben?
Heb ik een advocaat nodig?
Ik heb een goede advocaat nodig.
Tom heeft een goede advocaat nodig.
Ik heb geen advocaat nodig.