Examples of using "şair" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben geen dichteres.
Allen is een dichter.
Allen is een dichter.
- Wie is jouw lievelingsdichter?
- Wie is uw lievelingsdichter?
Ik ben geen dichter.
Hij was een dichter en een diplomaat.
Wie is de grootste dichter van Engeland?
Maar Thormod, Thormod de dichter overleeft.
Op de ochtend van de strijd stond de rusteloze koning vroeg op en vroeg zijn dichter Thormod om
Een dichter bekijkt de wereld zoals een man kijkt naar een vrouw.